Les 3 - Hoofd- en bijzaken

Hoofd- en bijzaken
Leesvaardigheid
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofd- en bijzaken
Leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik
Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg
Opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd wat een onderwerp en een hoofdgedachte is.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een hoofdzaak en een bijzaak is.
  • Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden.
  • Ik kan uitleggen waarom informatie in een tekst een hoofdzaak of een bijzaak is.
  • Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog/al over hoofd- en bijzaken?

Slide 5 - Slide

Hoofd- en bijzaken
Alle belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven, noem je hoofdzaken. 
Minder belangrijke dingen noem je bijzaken. 

Om een tekst goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om onderscheid te kunnen maken tussen hoofd- en bijzaken.

Slide 6 - Slide

Hoofdzaken
Hoofdzaken zijn de delen van een tekst die echt nodig zijn om het verhaal te kunnen begrijpen. 
Als je de hoofdgedachte van een tekst wilt formuleren, dan kijk je alleen naar de hoofdzaken.


Waar vind je de hoofdzaken?
Hoofdzaken staan vaak in de inleiding of het slot, in kernzinnen van alinea's en in titels en tussenkopjes.

Slide 7 - Slide

Bijzaken
Bijzaken zijn de minder belangrijke onderdelen van een tekst. 

Denk hierbij aan voorbeelden of een toelichting. Het is extra informatie. 

Als je bijzaken weglaat, weet je nog steeds goed waar een tekst over gaat. 

Slide 8 - Slide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les 3. Maak opdracht 1 t/m 10.

Sta je in het oranje vak? Je mag x en x overslaan.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.

Tijd: Je hebt tot het einde van de les.

Klaar: - Nakijken
            - NUMO
            - Extra opdrachten
            - Lezen

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Slide