What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 2 onderdeel B
Week 7 les 1
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
100 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Week 7 les 1
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Het oefenen met luisteren alvast voor de luisteroefentoets van de volgende les!
Uitleg adjectives
Herhalen lidwoorden in het Engels
LET OP: ALLE OPDRACHTEN WORDEN DIGITAAL GEMAAKT TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
Slide 2 - Slide
PLENDA
Maak opdracht 20 t/m 24 en tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!
Leer de woorden van part A A family get-together / part B Hanging out with friends - Adjectives - colours op blz. 80/81
Slide 3 - Slide
Homework
Maak opdracht 13 t/m 16 + 18/19 tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!
Leer de woorden van part A A family get-together en part B Hanging out with friends op blz. 80
Slide 4 - Slide
Quiz
Lidwoorden + werkwoord "to be" + werkwoord "to have"
Slide 5 - Slide
a of an?
.... ear
A
a
B
an
Slide 6 - Quiz
a of an?
.... uniform
A
a
B
an
Slide 7 - Quiz
a of an?
.... commercial
A
a
B
an
Slide 8 - Quiz
a of an?
.... university
A
a
B
an
Slide 9 - Quiz
a of an?
.... avatar
A
a
B
an
Slide 10 - Quiz
Dus...
A
AN
Klinker klank
Medeklinker klank
Slide 11 - Drag question
Fill in the verb to be:
They .... good in English.
A
am
B
are
C
is
Slide 12 - Quiz
Fill in the verb to have:
My mum ..... a new car.
A
have
B
is
C
has
D
's
Slide 13 - Quiz
Fill in the verb to have:
We ..... two hours of English.
A
have
B
are
C
has
D
're
Slide 14 - Quiz
Fill in the verb "to be":
Tim ........ from Colombia
A
am
B
is
C
are
Slide 15 - Quiz
He, she, it
I, you, we, they
have
has
doesn't have
don't have
Does ... have?
Do ..... have?
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Adjectives: gebruik
She is
happy
.
That dog is
cute
.
He is wearing a
nice
outfit.
When do you use an adjective?
Slide 19 - Slide
Adjectives: gebruik
She is
happy
.
That dog is
cute
.
He is wearing a
nice
outfit.
When do you use an adjective?
-> Je gebruikt een 'adjective' om meer
informatie te geven over een zst. naamwoord.
NL = bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Slide
Adjectives (bijvoeglijk naamwoord)
Adjective: je praat over wat iets of iemand is
He is a
slow
runner
->
wat voor soort renner is hij?: langzame
She is
beautiful
->
wat is zij?: mooi
Slide 21 - Slide
Is this an adjective?
She is a NICE person.
A
yes
B
no
Slide 22 - Quiz
Is this an adjective?
That is a blue HOUSE
A
yes
B
no
Slide 23 - Quiz
Work alone
Maak opdracht 20 t/m 24 en tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!
Leer de woorden van part A A family get-together / part B Hanging out with friends - Adjectives - colours op blz. 80/81
Blooket staat klaar bij de jaarbijlagen -> vakken -> Engelse taal
-> bovenin bij bijlagen -> file 2 -> Blooket
Slide 24 - Slide
More lessons like this
HM1 Hoofdstuk 2 onderdeel C
October 2024
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
6E (Compound) adjectives
April 2020
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Unit 1 CAE -Use of English - Born Lucky
September 2019
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
word formation
August 2022
- Lesson with
29 slides
Adjectives and adverbs
April 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Revision chapter 1 & 2 Intermediate
September 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HM1 Hoofdstuk 2 onderdeel C/luistertoets
October 2024
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1