This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek jouw sterke punten
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat kwaliteiten en vaardigheden zijn en kun je jouw eigen kwaliteiten en vaardigheden benoemen.
Slide 2 - Slide
Leg de leerdoelen van de les uit aan de leerlingen.
Wat weet jij al over jouw kwaliteiten en vaardigheden?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn kwaliteiten?
Kwaliteiten zijn eigenschappen die iets positiefs zeggen over wie je bent en wat je kunt.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat kwaliteiten zijn en vraag de leerlingen om voorbeelden van kwaliteiten te noemen die zij hebben.
Wat zijn vaardigheden?
Vaardigheden zijn dingen die je kunt doen, bijvoorbeeld goed kunnen samenwerken of goed kunnen tekenen.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat vaardigheden zijn en vraag de leerlingen om voorbeelden van vaardigheden te noemen die zij hebben.
Brainstorm kwaliteiten en vaardigheden
Laat de leerlingen in groepjes van twee of drie een lijst maken van hun eigen kwaliteiten en vaardigheden.
Slide 6 - Slide
Geef de leerlingen vijf minuten de tijd om in groepjes van twee of drie een lijst te maken van hun eigen kwaliteiten en vaardigheden.
Presenteren aan de klas
Laat elk groepje hun lijst presenteren aan de klas.
Slide 7 - Slide
Vraag elk groepje om hun lijst te presenteren aan de klas en geef de andere leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen.
Wat zijn jullie gemeenschappelijke kwaliteiten en vaardigheden?
Maak samen met de klas een lijst van gemeenschappelijke kwaliteiten en vaardigheden.
Slide 8 - Slide
Vraag de leerlingen om te noteren welke kwaliteiten en vaardigheden ze gemeenschappelijk hebben en maak samen met de klas een lijst van deze kwaliteiten en vaardigheden.
Hoe kun je jouw kwaliteiten en vaardigheden gebruiken?
Laat de leerlingen nadenken over hoe ze hun kwaliteiten en vaardigheden kunnen gebruiken in verschillende situaties.
Slide 9 - Slide
Vraag de leerlingen om na te denken over hoe ze hun kwaliteiten en vaardigheden kunnen gebruiken in verschillende situaties, zoals op school, thuis of in hun vrije tijd.
Reflectie
Laat de leerlingen reflecteren op wat ze geleerd hebben en wat ze nog willen leren.
Slide 10 - Slide
Vraag de leerlingen om individueel te reflecteren op wat ze geleerd hebben en wat ze nog willen leren over hun kwaliteiten en vaardigheden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.