What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Trede 2 - Leerdoel 1
Aujourd'hui
Vocabulaire
Herhaling:
lidwoorden
Uitleg:
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord être
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui
Vocabulaire
Herhaling:
lidwoorden
Uitleg:
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord être
Slide 1 - Slide
Questions
Ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
Tu as des frères et des soeurs?
Slide 2 - Slide
___ mère (de moeder)
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 3 - Quiz
___ père (de vader)
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 4 - Quiz
___ hôtel (het hotel)
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 5 - Quiz
Zet in het meervoud:
la soeur
Slide 6 - Open question
Zet in het meervoud:
le cousin
Slide 7 - Open question
___ tante (een tante)
A
un
B
une
C
des
Slide 8 - Quiz
___ oncle (een oom)
A
un
B
une
C
des
Slide 9 - Quiz
broers
A
les frères
B
des frères
C
frères
D
le frères
Slide 10 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
Om iets of iemand te beschrijven, heb je woorden nodig zoals: groot, klein, leuk, aardig, slim, ...
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord.
Slide 11 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
Mannelijk meervoud:
-s
Vrouwelijk meervoud:
-es
Slide 12 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
un
petit
garçon
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
Mannelijk meervoud:
-s
Vrouwelijk meervoud:
-es
Slide 13 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
le
petit
garçon
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
la
petit
e
fille
Mannelijk meervoud:
-s
Vrouwelijk meervoud:
-es
Slide 14 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
le
petit
garçon
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
la
petit
e
fille
Mannelijk meervoud:
-s
les
petit
s
garçons
Vrouwelijk meervoud:
-es
Slide 15 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
le
petit
garçon
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
la
petit
e
fille
Mannelijk meervoud:
-s
les
petit
s
garçons
Vrouwelijk meervoud:
-es
les
petit
es
filles
Slide 16 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord: vorm
Mannelijk enkelvoud: -
le
petit
garçon
Vrouwelijk enkelvoud: -
e
la
petit
e
fille
Mannelijk meervoud:
-s
les
petit
s
garçons
Vrouwelijk meervoud:
-es
les
petit
es
filles
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
e
meervoud
s
es
Slide 17 - Slide
être
Slide 18 - Slide
être = zijn
ik ben
je suis
jij bent
tu es
hij / zij / men is
il / elle / on est
wij zijn
nous sommes
u bent / jullie zijn
vous êtes
zij zijn
ils / elles sont
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Les devoirs
leren:
- bijvoeglijke naamwoorden (vocabulaire)
- être
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Trede 2 - Leerdoel 1
November 2022
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord leerjaar 1
April 2023
- Lesson with
31 slides
Het bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord klas 1
June 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord klas 1
December 2020
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
CH 5 bron D + H
June 2020
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Theorie l'adjectif
March 2021
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord + pouvoir
May 2020
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1