Hoofdstuk 4 - les 3

Ik ben wat ik ben, maar als je weet wat ik ben, ben ik het niet meer.
1 / 15
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ik ben wat ik ben, maar als je weet wat ik ben, ben ik het niet meer.

Slide 1 - Open question

Welkom bij Nederlands
  • Nakijken huiswerk (H4 - opdracht 3 t/m 6)
  • Zinsdelen herkennen
  • Werken aan weektaak 

Slide 2 - Slide

Nakijken

Slide 3 - Slide

Ga eens staan.
We hebben hier iemand nodig die het uitvoert.

Slide 4 - Slide

Ga eens lezen.
We hebben iemand nodig die het lezen uitvoert.
We hebben iets nodig dat het lezen ondergaat.

Slide 5 - Slide

Ga eens geven.
We hebben iemand nodig die het geven uitvoert.
We hebben iets nodig dat het geven ondergaat.
We hebben iemand nodig die meehelpt aan de handeling.

Slide 6 - Slide

Rollen werkwoord
- Een werkwoord deelt rollen uit.

Lachen >> iemand lacht
Het werkwoord deelt een rol uit aan iemand die de handeling uitvoert.

Slide 7 - Slide

Rollen werkwoord

Schoppen >> Iemand schopt iemand/iets
Dit werkwoord deelt de rol uit aan iemand die de handeling uitvoert en iemand/iets die de handeling ondergaat.

Slide 8 - Slide

Rollen werkwoord

Overhandigen >> Iemand overhandigt iemand iets
Dit werkwoord deelt de rol uit aan iemand die de handeling uitvoert, ondergaat en die ontvangt.

Slide 9 - Slide

Valentiemethode
Welke rollen heeft een werkwoord bij zich?

Iemand (O) lacht.
Iemand (O) schopt iemand/iets (LV)
Iemand (O) overhandigt iemand (MV) iets (LV)

Slide 10 - Slide

Valentiemethode
Iemand geeft iemand iets

Rosa geeft mij de tekening
Rosa = onderwerp
Mij = meewerkend voorwerp
Tekening = lijdend voorwerp

Slide 11 - Slide

Valentiemethode
Welke valenties hebben de volgende werkwoorden:
- opruimen
- schenken
- zweven

Slide 12 - Slide

Zinsdeelproef 
Onderstreep de persoonsvorm  
Met mijn laatste krachten rende ik over de finish tijdens de marathon van Rotterdam. 
Zet strepen voor en na de persoonsvorm
Met mijn laatste krachten rende | ik over de finish tijdens de marathon van Rotterdam. 
Kijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten om er een kloppende zin van te maken. 
> Ik rende | met mijn laatste krachten over de finish tijdens de marathon van Rotterdam.
> Over de finish | rende | ik met mijn laatste krachten tijdens de marathon van Rotterdam . 
> Tijdens de marathon van Rotterdam | rende | ik met mijn laatste krachten over de finish. 
Zet zinsdeelstrepen voor en na elk zinsdeel dat je hebt gevonden. 
Met mijn laatste krachten | rende | ik | over de finish | tijdens de marathon van Rotterdam. 

Slide 13 - Slide

weektaak
Wat? H4 opdracht 7 tot en met 11
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
15:00

Slide 14 - Slide

Ik ben wat ik ben, maar als je weet wat ik ben, ben ik het niet meer.

Slide 15 - Open question