H. 2.7. Neven/onderschikking, wdrkrend ww. Les 1+2

Wat betekent "impact"?
1 / 12
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat betekent "impact"?

Slide 1 - Open question

Wat betekent "het letsel"?

Slide 2 - Open question

Wat betekent "de limiet"?

Slide 3 - Open question

Wat betekent "fundamenteel"?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

Slide 5 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin: De strenge winter zal toch binnenkort moeten komen.

Slide 6 - Open question

Lesdoelen
  • Ik weet wat nevenschikking is
  • Ik weet wat onderschikking is
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde met een wederkerend werkwoord benoemen

Slide 7 - Slide

Bladzijde 128

Maak opdracht 1 , de instapopdracht
We kijken klassikaal na.

timer
7:00

Slide 8 - Slide

Nevenschikking
Samengestelde zin --> twee hoofdzinnen --> Nevenschikking

Bij nevenschikking: beide zinnen even belangrijk
Koppelen met een nevenschikkend voegwoord: want, maar, en, of & dus.

Slide 9 - Slide

Onderschikking
Hoofdzin & bijzin : dan is er sprake van onderschikking
Voegwoorden: omdat, toen, sinds, hoewel, voordat, terwijl.


Slide 10 - Slide

Werkwoordelijk gezegde met wederkerend werkwoord
Wederkerend werkwoord: waar in de infinitief "zich" voor staat. (zich schamen, zich gedragen, zich vergissen)
 Het woordje "zich" past zich aan aan het onderwerp. (ik schaam me, zij schamen zich)
"Zich" (en de afleidingen daarvan) horen bij het werkwoordelijk gezegde. Net als splitsbare werkwoorden (zie bladzijde 133)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide