Les 25, A.c.I.

1 / 19
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bedenk Nederlandse of Latijnse voorbeelden
van werkwoorden van werkwoorden van
'zeggen, menen, horen, waarneming, gevoel'

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Noteer de accusativus cum infinitivo:
Videt puerum currere

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Vertaal: sciunt plebem timere
(scire = weten, plebs = volk, timere = bang zijn)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Vertaal:
putamus puerum pulchrum esse
(putare = vinden, menen)

Slide 13 - Open question

Vertaal: dicit puellam in domum venire
(venire = komen)

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Wat is de juiste vertaling?
Dico Romanos pugnare
A
Ik zeg dat de Romeinen vechten
B
Ik zei dat de Romeinen vochten
C
Ik zeg dat de Romeinen hebben gevochten
D
Ik zei dat de Romeinen vechten

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste vertaling?
Dixi Romanos pugnare
A
Ik zeg dat de Romeinen vechten
B
Ik zei dat de Romeinen vochten
C
Ik zeg dat de Romeinen hebben gevochten
D
Ik zei dat de Romeinen vechten

Slide 17 - Quiz

Vertaal op twee manieren:
Dicis filiam patrem amare

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide