Deel 5a, blok 4, week 2 Les 4 geld terug krijgen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Hoeveel cent zit er in € 1,00 (1 euro)

1. 1 cent
2. 10 cent
3. 100 cent
4. 1000 cent

Waar staat het goed?

5 cent

1. € 0,05
2. € 0,50
3. € 5,00
4. € 50,00

Waar staat het goed?

50 cent

1. € 0,05
2. € 0,50
3. € 5,00
4. € 50,00

Waar staat het goed?

5 euro

1. € 0,05
2. € 0,50
3. € 5,00
4. € 50,00

Waar staat het goed?

50 euro

1. € 0,05
2. € 0,50
3. € 5,00
4. € 50,00

Wat staat er voor de komma?

€ 5,50 euro

1. euro's
2. centen

Wat staat er na de komma?

€ 5,50 euro

1. euro's
2. centen

Ik koop snoep voor
€ 1,50.
Ik geef € 2,00.
Hoeveel cent krijg ik terug?

1. € 1,50
2. € 0,50
3. € 0,25
4. € 0,05

lesdoel

Ik kan uitrekenen hoeveel ik terugkrijg.

Je moet 45,95 betalen en betaalt met een briefje van 50. Welke briefjes/munten kun je terugkrijgen?

Ik moet € 39,95 betalen

 Ik betaal met een briefje van 50 Euro.

Hoeveel geld krijg ik terug?

Ik moet € 17,45 betalen

 Ik betaal met een briefje van 20 Euro.

Hoeveel geld krijg ik terug?

Ik moet € 16,80 betalen

 Ik betaal met een briefje van 20 Euro.

Hoeveel geld krijg ik terug?

Ik moet € 45,50 betalen

 Ik betaal met een briefje van 50 Euro.

Hoeveel geld krijg ik terug?

Ik heb € 0,80
Hoeveel cent moet ik erbij doen om
€ 1,00 euro te maken.

1. € 0,10
2. € 0,20

Ik heb € 19,50
Hoeveel cent moet ik erbij doen om
€ 20,00 euro te maken.

1. € 0,10
2. € 0,20
3. € 0,25
4. € 0,50

Ik heb € 45,00
Hoeveel euro moet ik erbij doen om
€ 50,00 euro te maken.

1. € 2,00
2. € 5,00
3. € 10,00
4. € 20,00

naar snappet

REKENEN

 Deel 5a, blok 4, week 2 - Les 4

opgave 1B