Zinnen kunnen één of meer persoonsvormen hebben.
- Een zin met één persoonsvorm noem je een enkelvoudige zin.
- Een zin met meer persoonsvormen noem je een samengestelde zin.
Zinnen met meer persoonsvormen bestaan uit verschillende zinnen. Deze zinnen zijn meestal met elkaar verbonden door voegwoorden. Voegwoorden zijn woorden die woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar verbinden.
- Voorbeeld: Ik kan vanmiddag niet komen, want ik moet voetballen.
Er zijn twee soorten voegwoorden: nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden.