Herhaling grammatica blok 4 & 5


Grammatica blok 4 & 5
Telwoord, voegwoord, bijwoord, hoofd- en bijzinnen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Grammatica blok 4 & 5
Telwoord, voegwoord, bijwoord, hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Slide

Welke soorten telwoorden ken je?

Slide 2 - Mind map

Telwoorden
Hoofdtelwoorden
Rangtelwoorden

Bepaald hoofdtelwoord
Bepaald rangtelwoord
Onbepaald hoofdtelwoord
Onbepaald rangtelwoord

Slide 3 - Slide

Hoofdtelwoord
Rangtelwoord
tweede
drieëntwintig
negende
56
twee
middelste

Slide 4 - Drag question

zoveelste
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 5 - Quiz

wat is een bijwoord?

Slide 6 - Mind map

Die goede speler kan goed schaken.
A
goede = bijwoord goed = bijwoord
B
goede = bijwoord goed = bijvoeglijk nw.
C
goede = bijvoeglijk nw. goed = bijwoord
D
goede = bijvoeglijk nw. goed = bijvoeglijk nw.

Slide 7 - Quiz

De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de aangepaste website.

Slide 8 - Slide

De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting.

Slide 9 - Slide

VOEGWOORD (vw)
Voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.
Tip: ze staan vaak na de komma!
Wil je vis eten vanavond of  eet je liever kip?

Wij eten krokante kip en daarna een lekker toetje.

Slide 10 - Slide

Noem de 4 nevenschikkende voegwoorden.

Slide 11 - Open question

Noem een aantal onderschikkende voegwoorden.

Slide 12 - Open question

Wat is het verschil tussen
een enkelvoudige zin en
een samengestelde zin?

Slide 13 - Mind map


Benoem het onderstreepte woord:
Het gratis drankje was niet zo lekker, maar ik dronk het glas toch leeg.

Slide 14 - Open question

Hoofd- en bijzinnen

Samengestelde zinnen bestaan uit hoofdzinnen en bijzinnen.



Hij gaat morgen naar de dierentuin, omdat de entree gratis is.

Omdat de entree gratis is, gaat hij morgen naar de dierentuin.

Slide 15 - Slide

Kenmerken hoofdzin:

- OND en PV staan naast elkaar (er kan geen ander zinsdeel tussen: check met 'niet').


- PV staat op plek 1 of 2 in de zin.


- Elke samengestelde zin heeft minimaal een HZ.


Kenmerken bijzin:

- OND en PV staan niet naast elkaar/ je kunt het woordje 'niet'ertussen zetten.


- PV staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.



Slide 16 - Slide

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Het gaat regenen, ......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
maar af en toe zal de zon schijnen.
hoewel de de zon af en toe zal schijnen.

Slide 17 - Drag question

Maak de grammatica oefentoets
15 - 20 minuten
Klaar? Haal bij de docent het antwoordmodel en kijk zelf na!
>welke onderdelen van grammatica moet je nog oefenen?<
Ga daarmee aan de slag in lesmethode: Bijspijkeren.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide