V6 - les 10 - Feedback alinea geschikte kandidaat

1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Checklist párrafo ''el mejor candidato"
Heb je een inleidende zin geschreven voor deze allinea? Zoals bijvoorbeeld
Creo que soy un buen candidato para el puesto de ..., porque 
dispongo de la experiencia y cualidades que usted requiere
Heb je de . . . . . . . (indefinido of imperfecto?) gebruikt voor het noemen / opsommen van je eerdere baantje(s)?
Heb je verteld wat je taken waren in eerdere baantje(s)?
Welke verleden tijd heb je hiervoor gebruikt?
Heb je verteld dat je karaktereigenschappen je van pas zullen komen in het baantje en heb je uitgelegd waarom je dat denkt?
Heb je verteld welke talenkennis je hebt en waarom je denkt dat dat belangrijk is?

Slide 2 - Slide

Feedback en vuestras cartas

Slide 3 - Slide

Waarom is dit niet goed in jullie brief?

Creo reunir las condiciones y cualidades que ustedes requieren.

Slide 4 - Slide

Altijd opletten / checken
spelling
accenten
hoofdletters
concordancia
werkwoordsvervoegingen (juiste tijd / juiste persoon)

Slide 5 - Slide

Voorzetsels
Trabajar EN una empresa (en niet a)
por = door, wegens
para = voor (of om te + infinitivo)
bij = en (abeja is ook een bij, maar een insect)
naast (in de betekenis van ''afgezien van'') = aparte de
naast (van plek) = al lado de

Slide 6 - Slide

Experiencia
Ik heb ervaring op het gebied van verkoop
Tengo experiencia en el campo de la venta.
Tengo experiencia en ventas

Ik heb ervaring als verkoper
Tengo experiencia como vendedor(a)

Tengo experiencia en el campo 
de vendedor

Slide 7 - Slide

Idiomas y habilidades
  • El idioma (mannelijk)
  • La lengua (vrouwelijk)
  • Hablo inglés con fluidez.
  • Talen met een kleine letter (nationaliteiten ook).
  • Siempre he sacado buenas notas para español. (toen en nog steeds)
  • Siempre sacaba buenas notas para español (toen, als je niet meer op school zit)
  • Soy bueno / buena en español / en jugar al hockey / en vender productos deportivos

Slide 8 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden
Let op:

De concordantieregels zijn van toepassing

Slide 9 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
Let op:

De concordantieregels zijn van toepassing

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Let op concordancia
Bijvoeglijke naamwoorden staan bijna altijd ACHTER het zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Slide

Bien / Bueno (-a, -os, -as)
Bueno is een bijvoeglijk naamwoord en zegt iets over een zelfstandig naamwoord -> concordantie

Bien is een bijwoord en zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord of een ander bijwoord -> geen concordantie

Slide 12 - Slide

gustar, interesar, encantar, parecer
Ik houd van sport
Me gusta el deporte
Me gustan los deportes

In het Spaans moet je het bepaald lidwoord gebruiken bij gustar.
Dus natuurlijk ook bij interesar, encantar en parecer

Slide 13 - Slide

Divers vocabulaire
een café (horeca) = un bar
een koffie = un café
klanten bedienen = atender a los clientes
de ultieme kandidaat = el candidato perfecto
el último candidato = de laatste kandidaat
Een winkel kan niet sportief zijn, dus niet una tienda deportista
Maar: una tienda de deportes

Slide 14 - Slide

indefinido of imperfecto
Indefinido
Als je vertelt waar je wanneer hebt gewerkt.

Imperfecto
Als je vertelt wat je moest doen bij een bepaald baantje, wat je taken waren.

Slide 15 - Slide

Futuro en condicional
futuro: wat je in de toekomst gaat doen (ook de nabije toekomst)

condicional: dat wat je wenst, graag zou willen doen en als je beleefd wilt zijn (me gustaría ... / me podría decir si ... / querría saber si ... etc)

Slide 16 - Slide

Overige fouten - 1
Je kan niet zeggen:
Mi carácter es optimista, sociable y paciente.

Maar:
Soy optimista, sociable y paciente.

Slide 17 - Slide

Overige fouten 
Querer en poder zijn hulpwerkwoorden en daar hoort altijd een infinitivo bij.

poder = kunnen (in staat zijn of in de gelegenheid zijn)
saber = kunnen, weten (iets beheersen)
Ik kan Spaans spreken -> sé hablar español
Ik kan niet komen -> no puedo venir.

Slide 18 - Slide

Belangrijk
Wees duidelijk in je brief.
Korte zinnen
Licht zoveel mogelijk toe.
Toon aan wat je schrijft
Gebruik voegwoorden om een alinea vloeiend te laten verlopen.
Gebruik inleidende zinnen om van je brief één geheel te maken.

Slide 19 - Slide


Ik ben bij met het schrijven van mijn brief
Ik heb vandaag veel fouten uit mijn brief gehaald
Door het schrijven van deze brief leer ik veel bij.
Ik vind het schrijven van een Spaanse tekst ontzettend moeilijk
Ik beheers de basis grammatica van het Spaans goed.

Slide 20 - Poll

Los deberes para el miércoles

Slide 21 - Slide