AFP Nieren en Urinewegen, herhaling

21-22
Herhaling Nieren en Afvoerende urinewegen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

21-22
Herhaling Nieren en Afvoerende urinewegen

Slide 1 - Slide

Je bent een afvalstofje dat met de urine uitgescheiden wordt. Welke structuren passeer je achtereen volgens?
1
2
3
4
5
6
7
Nier-bekken
Kapsel van Bowman
Proximale tubulus
Lis van Henle
Bloed in glomerulus
Distale tubulus
Verzamel-buis

Slide 2 - Drag question

Een ander woord voor de functionele eenheid in de nieren is.....
A
Ren,
B
Glomerulus
C
Kapsel van Bouman
D
Nefron

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Het gedeelte dat komt NA het nierbekken is de.....

Slide 5 - Open question

Wat is juist over de primaire urine?
A
Een grote hond maakt hiervan ca. 200 liter/ etmaal
B
Is hetzelfde als voorurine
C
Dit is hoofdzakelijk bloedplasma met opgeloste stoffen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quiz

Ontstaan primaire urine
Schema ontstaan eindurine

Slide 7 - Slide

Ontstaan urine
Schematisch:
1 = Primaire urine ontstaat in glomerulus
2 = Terugresorptie (vocht en sommige stoffen, zoals Na)
3 = Actieve uitscheiding schadelijke stoffen uit bloed
4 = Eindurine afgevoerd via verzamelbuis -> nierbekken
-> nierbekken -> ureter

Slide 8 - Slide

Welke 3 hormonen zorgen ervoor dat een dier niet makkelijk uitdroogt?

Slide 9 - Mind map

ADH = Vasopressine

Uitdroging vastgesteld: te 'dik' bloed
ADH gemaakt in de hypofyse-achterkwab
Anti-diuretisch hormoon = minder urine-aanmaak ->
Bloeddruk omhoog (vasopressie)

Hoe? Water actief teruggehaald in distale tubulus
Renine en Aldosteron

Te lage bloeddruk vastgesteld in nier
Renine uit nieren geactiveerd
-> Angiotensine (gemaakt uit          angiotensinogeen, oiv ACE)
-> Aldosteron uit bijnierschors vrij
-> Natrium actief teruggehaald in distale tubulus
-> Water komt middels osmose mee terug naar bloed:  stijging bloeddruk

Slide 10 - Slide

Nierproblemen kun je in het bloed testen met.....
A
Kreatinine: afbraakproduct van aminozuren
B
Ureum: gaat pas stijgen bij >75% nefronschade
C
SDMA is al verhoogd bij 20% nierschade
D
Ureum. Een uremie duidt op een nierfunctie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat geeft GEEN acuut nierfalen?
A
Ruiken / eten van lelies door katten
B
Oplikken van antivries
C
Eten van rauwe eieren
D
Drinken van rattenurine

Slide 13 - Quiz

Anurie
Strangurie
Urine-incontinentie
Dysurie
Pollakis-urie
Hematurie
Geen urine-productie
Pijn bij plassen
Moeilijkheden bij plassen
Bloed bij urine
Ongecontroleerd verliezen van urine
Vaak kleine beetjes plassen

Slide 14 - Drag question

Wat past NIET bij een chronisch nierfalen?
A
Geen urineproductie
B
Vermageren
C
Veel drinken
D
Spierverlies

Slide 15 - Quiz

Welke stelling over de afvoerende urinewegen is juist?
A
Urethra loopt van de nier naar de blaas
B
Ander woord voor ureter is nierbekken
C
Ureter loodst urine van de blaas naar buiten
D
Ander woord voor urethra is plasbuis (urinebuis)

Slide 16 - Quiz

Mictie
FLUTD
Ureter
Urolithiasis
Cystocentesis
Legen van de blaas, plassen
Urinestenen
Urineleider
Plasbuis
Blaasstenen
Verstopte ureter
Aandoening aan afvoerende urinewegen
Aanprikken van de blaas

Slide 17 - Drag question

Ontstaan urolithiasis
Overmaat aan bepaalde mineralen in de voeding 
                (relatief, dus voldoende drinken)
 -> nieren scheidt ze uit -> oververzadiging in blaas: neerslaan
 -> soort zand: gruis
 -> veel zand samen kan steen worden

Diagnose en therapie is afhankelijk van samenstelling van gruis/steen

Slide 18 - Slide

Welke aandoening past NIET bij actief urineverlies
A
PUPD
B
Castratie teef
C
Dementie
D
Onzindelijke pup

Slide 19 - Quiz

Lost op met verzurend dieet
Niet zichtbaar op rontgenfoto
Struviet
Calcium-oxalaat
Goed zichtbaar op rontgenfoto
Verzurend dieet heeft geen zin

Slide 20 - Drag question