WOORDENSCHAT VRIJE TIJD - DAG 7 - ROZE

Woorden
Thema 12: Vrije tijd
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 12: Vrije tijd

Slide 1 - Slide

plannen
  • een plan maken 
  • werkwoord
  • ik plan - wij plannen
  • zin: Ik plan mijn week altijd helemaal vol.
  • zin: Er staat voor vandaag een muziekles  gepland.

Slide 2 - Slide

de regel
  • wat mag en niet mag
  • lijn met woorden 
  • de regel - de regels
  • zin: De docent wijst naar de regel.
  • zin: Bijna alle coronaregels zijn weg.

Slide 3 - Slide

rondkijken
  • overal kijken
  • werkwoord
  • ik kijk rond - wij kijken rond
  • Zin: De verkoper vraagt: Kan ik u helpen? De klant antwoordt: Nee, dank u wel. Ik kijk even rond.

Slide 4 - Slide

de sportbroek
  • korte broek om mee te sporten
  • zin: Ik koop een blauwe sportbroek. 
  • zin: Ik heb sport, maar ik ben mijn sportbroek vergeten.

Slide 5 - Slide

springen
  • met de voeten van de grond omhoog gaan 
  • werkwoord
  • ik spring - wij springen
  • zin: Het paard springt over het water.
  • zin: Ik spring een gat in de lucht.

Slide 6 - Slide

sturen
  • een stuur gebruiken
  • verzenden
  • werkwoord
  • ik stuur - wij sturen 
  • zin: Ik stuur mijn auto naar links.
  • zin: Mijn zus is jarig. Ik stuur haar een kaartje.

Slide 7 - Slide

Ik plan mijn week altijd helemaal vol.
Er staat voor vandaag een muziekles gepland.
De docent wijst naar de regel.
Bijna alle coronaregels zijn weg.
De klant zegt: Ik kijk even rond.
Ik koop een nieuwe sportbroek.
Ik heb sport maar ik ben mijn sportbroek vergeten.
Het paard springt over het water.
Ik spring een gat in de lucht.
Ik stuur mijn auto naar links.
Mijn zus is jarig. Ik stuur haar een kaartje.

Slide 8 - Slide

Wat moeten we aan bij sport?
7
A
broek
B
sportbroek
C
een sportbroek
D
een spotbreok

Slide 9 - Quiz

Maak een goede zin:
werkwoord: sturen
hij
7

Slide 10 - Open question

Wat plan jij vandaag?
7
timer
1:30

Slide 11 - Open question

7
timer
1:30
Wat is een goede regel in de klas?

Slide 12 - Mind map

Wat is goed?
A - Hij spring in het water.
B - Jij springt in het water.
C - Ik spring in het water.
7
A
A - B - C
B
A - C
C
B - C
D
C

Slide 13 - Quiz

Goed of fout?
A - Ik wil graag even rondkijken.
B - Hij kijkt even rond.
7
A
A - goed B - fout
B
A - fout B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - goed

Slide 14 - Quiz

7
Wat springt?

Slide 15 - Drag question