1 HAVO révise werkwoord Faire

Bonjour tout le monde
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde

Slide 1 - Slide

aujourd'hui le planning
Vous allez faire un quiz sur la grammaire (le verbe faire) et un peu de vocubalaire 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Het werkwoord faire wordt vaak gebruikt in combinatie met sporten. 
Een aantal voorbeelden zijn:
- faire du tennis (tennissen)
-faire du foot (voetballen)
-faire de la danse (dansen)
-faire de l'équitation (paardrijden)

Slide 4 - Slide

je (faire)
A
Fais
B
Fait
C
Faisons
D
Font

Slide 5 - Quiz

vous (faire)
A
Faison
B
Faites
C
Font

Slide 6 - Quiz

Il/elle/on (faire)

Slide 7 - Open question

Font

Faites
Fais
Fait
Faisons
Fais
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 8 - Drag question

welke zin is goed?

danse = een vrouwelijk woord
A
je fais de la danse
B
je fais du danse
C
je fais des danse

Slide 9 - Quiz

welke zin is goed?

foot = een mannelijk woord
A
tu fais du foot?
B
Tu fais de la foot?
C
tu fait du foot?

Slide 10 - Quiz

welke zin is goed?

karaté = een mannelijk woord
A
on fait de la karaté
B
On fait des karaté
C
on fait du karaté

Slide 11 - Quiz

welke zin is goed?
A
je fais du l'athléthisme
B
je fais de l'atléthisme
C
je fais de la l'atléthisme

Slide 12 - Quiz

de les
proberen
doen, maken
tennissen
de droom
de dag
la journée
essayer
faire du tennis
le rêve
le cours
faire

Slide 13 - Drag question

Fin du quiz

Slide 14 - Slide

wat hebben we vandaag gedaan/geleerd?

- we hebben een quiz gemaakt met vragen over het onregelmatige werkwoord faire en een klein stukje vocabulaire.

Slide 15 - Slide

merci et bonne journée

Slide 16 - Slide