Latijn werkwoord imperfectum en perfectum herhaling

Latijn
werkwoord - verleden tijden - herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Latijn
werkwoord - verleden tijden - herhaling

Slide 1 - Slide

Opzet
  • herhalen kenmerken tijden
  • oefenen vormen
  • herhalen uitgangen van de verleden tijden
  • oefenen vormen

Slide 2 - Slide

Welke vertaling hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
ik doe
hij deed
1. wij kwamen
2. wij zijn gekomen
1. jij deed
2. jij hebt gedaan
jullie komen
zij kwamen
zij mocht
jullie konden

Slide 3 - Drag question

Vertaling van de tijden
praesens
imperfectum
perfectum
tijd
tegenwoordig
verleden
1. verleden
2. voltooid teg.
voorbeeld
vertaling
ik zie
ik zag
1. ik zag
2. ik heb gezien

Slide 4 - Slide

Welke vorming hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
stam + uitgang
stam + ba + uitgang
pf-stam + pf-uitgang

Slide 5 - Drag question

Vorming van de tijden
praesens
imperfectum
perfectum
vorming
stam + uitgang
stam + ba + uitgang
pf-stam + pf-uitgang
voorbeeld
vide-t
(hij ziet)
vide-ba-t
(hij zag)
vid-it
(1. hij zag 2. hij heeft gezien)
N.B. pf-stam is (1) stam + v of (2) andere stam

Slide 6 - Slide

Welke vorm hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
audit
audiebat
audivit
petis
petebas
petivisti
tenebamus
salutaverunt
vulneravit

Slide 7 - Drag question

Uitgangen
herhalen personen
herhalen praesens

Slide 8 - Slide

Werkwoord - personen
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij

Slide 9 - Drag question

Uitgangen - prae.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
geb. w.
geb. w.
inf.
tis
mus
nt
o
t
s
te
re
(e)

Slide 10 - Drag question

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
2e ev
jij
-s
3e ev
hij/zij/het
-t
1e mv
wij
-mus
2e mv
jullie
-tis
3e mv
zij
-nt

Slide 11 - Slide

Uitgangen - impf.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
tis
mus
nt
m
t
s

Slide 12 - Drag question

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
-m
2e ev
jij
-s
-s
3e ev
hij/zij/het
-t
-t
1e mv
wij
-mus
-mus
2e mv
jullie
-tis
-tis
3e mv
zij
-nt
-nt

Slide 13 - Slide

Uitgangen - perf.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
istis
imus
erunt
i
it
isti

Slide 14 - Drag question

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
-m
-i
2e ev
jij
-s
-s
-isti
3e ev
hij/zij/het
-t
-t
-it
1e mv
wij
-mus
-mus
-imus
2e mv
jullie
-tis
-tis
-istis
3e mv
zij
-nt
-nt
-erunt

Slide 15 - Slide

vulneras
A
jij verwondt
B
jij verwondde
C
jij hebt verwond
D
geen van deze antwoorden

Slide 16 - Quiz

superavimus
A
wij overwinnen
B
wij overwonnen
C
wij hebben overwonnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 17 - Quiz

gaudetis
A
jij bent blij
B
jij was blij
C
jij bent blij geweest
D
geen van deze antwoorden

Slide 18 - Quiz

Wat betekent 'gaudetis' dan wel?

Slide 19 - Open question

spectabatis
A
wij kijken naar
B
wij keken naar
C
jullie kijken naar
D
jullie keken naar

Slide 20 - Quiz

Welke tijd is 'spectavimus'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
geen van deze antwoorden

Slide 21 - Quiz

respondi
A
wij antwoorden
B
wij antwoordden
C
wij hebben geantwoord
D
geen van deze antwoorden

Slide 22 - Quiz

Wat betekent 'respondi' dan wel?

Slide 23 - Open question

Welke vorm hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
venis
vocavi
vidisti
timuistis
iacebam
iubet
tollebant
portavimus
ponit

Slide 24 - Drag question