Voltooid deelwoord als bn

Nederlands 11-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Toets Taalverzorging inhoud
  3. SO Werkwoordspelling bespreken
  4. Theorie: vdw als bn
  5. Zelfstandig werken 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 11-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Toets Taalverzorging inhoud
  3. SO Werkwoordspelling bespreken
  4. Theorie: vdw als bn
  5. Zelfstandig werken 

Slide 1 - Slide

Toets Taalverzorging
Taalverzorging H4,5,6 --> donderdag 21 december      10x 
Werkwoordspelling (tt, vt, vdw)
Woordsoorten
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Tussenletters
Aan elkaar of los

Slide 2 - Slide

SO Werkwoordspelling nakijken

Slide 3 - Slide

DOEL

- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen

Slide 4 - Slide

Weet je nog wat een bijvoeglijk naamwoord is?


A
Dat is een woord voor een mens, dier, plant, ding, gevoel of (eigen) naam.
B
Dat is een een woord dat zegt wat iemand of iets doet of overkomt.
C
Dat is een woord dat een plaats, tijd, reden of oorzaak aangeeft.
D
Dat is een woord dat iets verteld over een zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Quiz



De leuke meid.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
leuke
C
meid

Slide 6 - Quiz



De aardige jongen.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
aardige
C
jongen

Slide 7 - Quiz



Het tafeltje is klein.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
Het
B
tafeltje
C
is
D
klein

Slide 8 - Quiz



De som is moeilijk.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
som
C
is
D
moeilijk

Slide 9 - Quiz

VOLTOOID DEELWOORD
als bijvoeglijk naamwoord

Een voltooid deelwoord kan ook als 
bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. 
Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord.

- De opgeruimde kamer
- De opgepoetste zonnebril

Slide 10 - Slide

VOLTOOID DEELWOORD
als bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
De foto is gemaakt --> de gemaakte foto.

De foto is vergroot --> de vergrote foto. 

De foto is bekeken --> de bekeken foto (sterk ww!) 

De foto is weggegooid --> de weggegooide foto.


Slide 12 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
basis: opdrachten 1,2,4,7,8,9 op blz. 148-151
kader: opdrachten 1 t/m 5 op blz. 108-109

Klaar? 1 t/m 5 op blz. 112 (basis) 
Tijd: tot aan het einde van de les. 
Vragen: Steek je hand op en wacht totdat ik bij je ben. 
Dit is huiswerk voor de les van vrijdag.



Slide 13 - Slide