This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.
In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:
- Het vliegtuig is op Schiphol geland.
- Robin heeft geen straf gekregen.
- Ik heb mijn kamer opgeruimd.
- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.
- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.
Lees de tekst.
Noteer in de volgende dia's de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. Niet alle werkwoorden zijn persoonsvormen.