3.2 De bloedvaten

3.2  De bloedvaten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2  De bloedvaten

Slide 1 - Slide

Terugblik!

Slide 2 - Slide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 3 - Quiz

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 4 - Quiz

nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 5 - Drag question

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 6 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 7 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
Met vaste vorm wordt iets wat altijd dezelfde vorm heeft bedoeld. Iets wat geen vaste vorm heeft kan zijn vorm dus veranderen
(Klik op het rode vraagtekentje voor extra uitleg)
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 9 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 10 - Quiz

Doel van de les
  • 2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.


Bloed stroomt door bloedvaten naar alle plaatsen in je lichaam. Je hebt verschillende typen bloedvaten.

Slide 11 - Slide

Bloedvaten
3 type bloedvaten
Slagaders: Stromen van het hart af
Aders: Stromen naar het hart toe
Haarvaten: bloedvaten met de aller dunste wand (één laag cellen). 
1 = hart
2 = haarvat
3 = slagader
4 = ader

Slide 12 - Slide

Slagaders
  • dikke, elastische wand
  • bloed stroomt van het hart weg naar de organen toe.
  • bloeddruk is hoog (druk van het bloed op de wanden van de bloedvaten).
  • liggen diep in het lichaam
  • meestal zuurstofrijk bloed  (behalve longslagader!)

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

 Haarvaten
Slagader vertakt zich ontzetten veel. 
Totdat er een netwerk ontstaat van zeer kleine bloedvaatjes. 
De allerkleinste zijn geen slagaders, en ook geen aders, het zijn haarvaten

Slide 15 - Slide

Haarvaten
Gezamenlijke lengte van de haarvaten van één persoon is 80.000 km (2 x de aarde rond). 
Slagaders en aders 'slechts' 250 km. (Nijmegen-Luxemburg). 

Slide 16 - Slide

 Haarvaten
In de haarvaten is waar zuurstof en voedingstoffen naar de cellen kan gaan en koolstofdioxide en afvalstoffen het bloed in komt. Dit kan omdat de wand maar één cellaag dik is. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aders
  • Haarvaten komen weer samen in de Aders. 
  • bloed stroomt van organen naar het hart toe
  • Wand dun en minder elastisch
  • bloeddruk laag
  • geen hartslag te voelen
  • op veel plaatsen kleppen
  • meestal zuurstofarm  (behalve longader!)

Slide 19 - Slide

Kleppen
Het hart zuigt het bloed uit de aders terug. Veel aders bevatten kleppen, vooral de aders in armen en benen. Deze kleppen laten het bloed maar in één richting door (zie afbeelding). Zo helpen de kleppen mee om het bloed terug te voeren naar het hart. Ze voorkomen dat het bloed door de zwaartekracht terugstroomt naar de organen.

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video




Dikke, gespierde wand.
Stug
Hoge bloeddruk


Dunne wand
Flexibel 
Bevatten kleppen
Lage bloeddruk

 

Aders
Slagaders

Slide 22 - Slide

dunste wand
dikste wand

Slide 23 - Slide

Aan het werk! BIOLOGIE VOOR JOU!
Wat? 3.2 De bloedvaten- opdrachten 1 t/m 8.
 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

Slide 24 - Slide