This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom bij
Slide 1 - Slide
Boek kiezen / lenen / zoeken
Welke boeken mag ik lezen in 4/5 havo?
Lezen voor de lijst (jeugdbibliotheek.nl)
15-18 jaar - vanaf niveau 2
Niet 'De belofte van Pisa', die gaan we klassikaal lezen.
GEEN vertalingen.
Slide 2 - Slide
BEOORDELING bij creatief verhaal
Begint het verhaal met de zin: "Ik stond in de lift met mijn zwangere buurvrouw en de postbode ...."
Bevat het korte verhaal ongeveer 200 woorden?
Bevat het verhaal twee open plekken? Citeer de open plekken.
Bevat het verhaal twee gekke tijdsprongen? Omschrijf de gekke tijdsprongen.
Zorgen de open plekken voor spanning bij jou als lezer? Wil je weten hoe het verhaal verder gaat?
Is je check-out voor de les! Niet af = vrijdag 15.30 uur alsnog afmaken.
Slide 3 - Slide
Na deze les....
Heb je feedback gegeven en gekregen op je herschreven creatieve verhaal.
Heb je kennisgemaakt met nieuwe begrippen bij het onderdeel tijd.
Heb je een boek gekozen voor periode 1 en 2 om zelfstandig te lezen.
Slide 4 - Slide
Wat zijn dwaalsporen in een verhaal?
A
Belangrijke hints die de oplossing verraden.
B
Valse aanwijzingen die de lezer op het verkeerde spoor zetten.
C
Sporen om de lezer langer in spanning te houden over de ontknoping.
D
Sporen die open plekken eerder in het verhaal invullen.
Slide 5 - Quiz
Wat is een open plek in een verhaal?
A
Een volledig uitgewerkte plotlijn in het verhaal.
B
Een vraag die onbeantwoord blijft.
C
Een ruimte waar het verschil zich afspeelt.
D
Een onopgelost element dat nieuwsgierigheid opwekt.
Slide 6 - Quiz
Tijd in verhalen
Tijd kan gaan over de historische tijdsperiode waarin het verhaal zich afspeelt, dit herken je voorwerpen, bekende personen of gebeurtenissen uit de geschiedenis die worden genoemd.
Het gaat ook over de tijd die verstrijkt in het verhaal!
Verteltijd = de tijd die je als lezer nodig hebt om het verhaal te lezen (leestijd)
Vertelde tijd = hoe lang een gebeurtenis in het verhaal duurt.
Slide 7 - Slide
Versnelling / vertraging / scène
Vertelde en verteltijd kunnen kunnen hetzelfde zijn, maar dat hoeft niet. Drie mogelijkheden:
Versnelling / tijdverdichting = een lange gebeurtenis wordt kort verteld. -> Vertelde tijd is groter dan verteltijd
Vertraging = een gebeurtenis wordt uitgebreid verteld -> Vertelde tijd is kleiner dan verteltijd
Scène = een gebeurtenis duurt net zo lang als de leestijd (vaak een dialoog) -> Vertelde tijd is min of meer gelijk aan verteltijd.
Slide 8 - Slide
Volgorde van gebeurtenissen
Vaak wordt een verhaal niet-chronologisch verteld, de volgorde is niet logisch. Belangrijke begrippen:
Flashback = uitgebreide beschrijving van eerdere gebeurtenissen
Flashforward = uitgebreide beschrijving van toekomstige gebeurtenissen
Terugblik = korte verwijzing naar eerdere gebeurtenissen
Vooruitblik = korte verwijzing naar toekomstige gebeurtenissen, je krijgt hiermee vaak een informatievoorsprong omdat je meer weet dan de hoofdpersoon.
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werken
Werkboek verhalen analyseren en beoordelen
Huiswerk maken= lees de theorie, verhalen en maak bijbehorende opdrachten op pag. 26 t/m 32
Huiswerk 24 september nakijken: zie antwoorden in Classroom