H3 Spelling werkwoorden klas 2hv NN 2021

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kies het juiste antwoord:
Hopelijk (besteden tt) Ingmar zijn geld deze keer goed.

1. besteed
2. besteedt

(Binden tt) jij je tas goed vast op de bagagedrager?

1. Bind
2. Bindt

Je (branden tt) je vingers straks nog.

1. brandt
2. brand

Kies de juiste vorm: Een vakman [...] jouw stoep binnen drie dagen.

1. verbrede
2. verbreed
3. verbreedt
4. verbreden

Wij willen onze stoep [...]

1. verbreedden
2. verbreden
3. verbrede

De tekst van een krantenkop luidt: 'Zangeres verwondert.'
'verwondert' is een...

1. vd
2. bn
3. pv
4. infinitief

De tekst van een krantenkop is: 'Zangeres verwonderd'.
'verwonderd' is een

1. pv
2. infinitief
3. od
4. vd

Ik (downloaden vt) de foto's.

1. downloade
2. downloaden
3. downloadde

Ik heb de foto's (downloaden).

1. gedownload
2. gedownloat

De (arresteren) man (stribbelen vt) tegen toen de agent hem meenam.

1. arrestant, stribbelde
2. arresterende, stribbelt
3. gearresteerde, stribbelde

Ik heb de kaarsen (doven)

1. gedooft
2. gedoofd

De (doden) herten werden aan de kant van de weg gelegd.

1. dodende
2. gedoodde
3. gedode
4. gedoden

Wat is er (gebeuren)?

1. gebeurt
2. gebeurd

Wat (gebeuren) hier?

1. gebeurt
2. gebeurd

De (beantwoorden) vraag is goed.

1. beantwoorde
2. beantwoorden
3. beantwoordde