samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Volgend SE: SE spelling:
4 onderdelen
Onderdeel 1:
samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
Slide 1 - Slide
schema werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Let op!
Voor een voegwoord schrijf je altijd een komma,
behalve voor het voegwoord "en"
Hij gaat bij de kachel zitten, want hij is koud.
Hij is vies en hij is erg koud.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd.
Slide 5 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).
ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.
Slide 6 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).
DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.
Slide 7 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).
ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.
Slide 8 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.
Slide 9 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Dat zijn vader Wouts beltegoed (betalen), (vinden) ik maar vreemd.
Slide 10 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Als Vita's broertje 'mama' (zeggen), (bedoelen) hij eigenlijk 'papa'.
Slide 11 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Omar (geloven) bijna alles wat Patrick (vertellen).
Slide 12 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Doordat een gekantelde vrachtwagen de weg (blokkeren), (ondervinden) het verkeer veel hinder.
Slide 13 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: De patiënten (wachten) geduldig, totdat de tandarts hen (oproepen).
Slide 14 - Open question
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd (komma ertussen)
Slide 15 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.
DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.
Slide 16 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).
Slide 17 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.
Slide 18 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Gisteravond (koken) mijn vader soep voor ons, terwijl mijn moeder en ik samen (sporten).
Slide 19 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Dat Pepijn zich zo (uitsloven), (vinden) Marieke nogal overdreven.
Slide 20 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Kiki (schrijven) een gedicht voor Pieter, maar hij (lezen) het niet.
Slide 21 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De kinderen (vervelen) zich niet in het museum, maar (vermaken) zich juist prima.
Slide 22 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Tante Ans (winnen) duizend euro met haar staatslot en ze (verloten) het geld onder haar neven en nichten.
Slide 23 - Open question
Is de zin een samengestelde zin?
Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
De keeper kon de drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
DOELEN
- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen
samengestelde zinnen
Slide 28 - Slide
OW in SAMENGESTELDE ZIN
Zo vind je de onderwerpen in een samengestelde zin:
stel met elke persoonsvorm uit de zin een onderwerpsvraag.
Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
- Wie schreeuwt? Tom
- Wie heeft gebroken? hij
Slide 29 - Slide
Noteer de persoonsvormen: Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.
ZO STEEDS NOTEREN: beweert - gebeurt DUS WW SPATIE STREEPJE SPATIE WW. Anders wordt het fout gerekend.
Slide 30 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.
Slide 31 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.
Slide 32 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.
Slide 33 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.
Slide 34 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.
Slide 35 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.
Slide 36 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.
Slide 37 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.
Slide 38 - Open question
Noteer de onderwerpen: Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig. DUS woord (-en) SPATIE STREEPJE SPATIE woord (-en) . Anders wordt het fout gerekend.
Slide 39 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).
Slide 40 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).