GL2 Chapitre 3 D

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

la robe
A
de rok
B
de jurk

Slide 2 - Quiz

porter
A
leren
B
proberen
C
dragen
D
pakken

Slide 3 - Quiz

le choix
A
de cursus
B
de keus
C
de kleding
D
de kapper

Slide 4 - Quiz

Vertaal:
De spijkerbroek is zwart.

Slide 5 - Mind map

pour =

Slide 6 - Open question

Het is dertig euro.
A
C'est vingt euros.
B
C'est trois euros.
C
C'est treize euros.
D
C'est trente euros.

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
Het feest is super!

Slide 8 - Mind map

Extra instructie 
Als je geen instructie wilt werk je verder aan:
Bloc E of Bloc F
Deze start je zelf op

Slide 9 - Slide

Noem een NL aanwijzend voornaamwoord

Slide 10 - Mind map

Noem een FA aanwijzend voornaamwoord

Slide 11 - Mind map

Bloc D: het aanwijzend voornaamwoord
DEZE, DIE, DIT en DAT zijn aanwijzende voornaamwoorden.
In het Frans ook 4 woorden maar die gebruik je volgens vaste regels:
ce       = deze, die, dit, dat
cet     = deze, die, dit ,dat
cette = deze, die, dit ,dat
ces     = deze, die, dit dat.

Slide 12 - Slide

Ce: mannelijk enkelvoud



Cet: mannelijk enkelvoud met a/e/i/o/u/stomme h


Cette: ALLE vrouwelijke ZN enkelvoud
Ce garçon(m) est grand.=
Die jongen is groot.

Cet arbre(m) est vieux.=
Die boom is oud.

Cette fille(v) est grande.
Dat meisje is groot.
Cette école(v) est petite.
Die school is klein.

Slide 13 - Slide

In het Meervoud is het altijd ''ces''
Ces garçons = deze/ die jongens
ces arbres = deze/ die bomen
ces filles = deze/ die meisjes
ces écoles = deze/ die scholen

Slide 14 - Slide

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord is... 
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 15 - Drag question

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
pommes
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
livres

Slide 16 - Drag question

ce, cette, ces of cet?
................mère

Slide 17 - Open question

ce, cette, ces of cet?
...................garçon

Slide 18 - Open question

ce, cette, ces of cet?
....................artistes

Slide 19 - Open question

ce, cette, ces of cet?
..................enfant

Slide 20 - Open question