bewegen 5.1

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

aanmelden bij de klas

Wat is een stroboscopische foto?

1. een kleuren foto
2. een foto met een flitslamp als belichting
3. een foto in de disco
4. een snelheidsfoto

Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijd is er verstreken?

1. 7 s
2. 8 s
3. 0,7 s
4. 0,8 s

Reken om:
18 km/h = ... m/s

1. 18
2. 64,8
3. 5
4. 50

Als je wandelt heb je een snelheid van ongeveer:

1. 5 km/h
2. 10 km/h
3. 3,6 km/h
4. 1 km/h

reken om:
22 km = ... m

1. 220
2. 2200
3. 22000
4. 220000

3,5 uur = .... s

1. 12600
2. 350
3. 11100
4. 10800,5

90 km/h = ... m/s

1. 0,09
2. 324
3. 90000
4. 25

een auto mag op de snelweg maximaal ...... km/h

1. 100
2. 110
3. 120
4. 130

Wat is een constante beweging

1. een beweging waarbij de snelheid groter wordt
2. een beweging waarbij de snelheid kleiner wordt
3. een beweging waarbij de snelheid hetzelfde blijft

Stoppen bestaat uit twee delen, welke twee delen

1. reactie en versnellen
2. reactie en vertragen
3. versnellen en vertragen
4. vertragen en versnellen

de reactie is een .... beweging

1. versnelde
2. vertraagde
3. constante

Je ziet een stroboscopische foto van een speelgoed eend die weg wordt gegooid.
Op welk moment bewoog de speelgoed eend het snelst?

1. aan het begin van de foto (links)
2. in het midden van de foto
3. op het eind van de foto (rechts)

De reactietijd wordt vergroot door

1. gladde weg
2. snelheid van de auto
3. medicijngebruik
4. massa van de auto

de remtijd wordt groter door

1. goede remmen
2. medicijngebruik
3. leeftijd van de rijder
4. gladde weg