This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Beweging!
H15.1 Beweging vastleggen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
0
Slide 4 - Video
Beweging in de stroboscopische foto
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Wat heb je nodig om een plaats-tijddiagram in te vullen?
A
Een ingevulde plaats-tijdtabel
B
Een stroboscopische foto
C
Een video
D
A, B en C
Slide 8 - Quiz
Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijdsverschil zit er tussen de eerste en de laatste opname? Het tijdsverschil tussen de eerste en de laatste opname is
A
0,5 s
B
0,6 s
C
0,7 s
D
0,8 s
Slide 9 - Quiz
Hiernaast staat een stroboscopische foto van een rollende bal. De tijd tussen twee foto's is 1/30 seconden. De afstand tussen de grote cijfers bedraagt 10 cm. Leg uit hoe je kunt zien dat de bal versnelt.
Slide 10 - Open question
Op een stroboscopische foto zie je de afstand tussen de beeldjes steeds minder groot worden. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging
Slide 11 - Quiz
Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Stroboscopische foto
Versnelde beweging
Slide 12 - Drag question
Je ziet hiernaast een stroboscopische foto. Wat voor soort beweging maakt de bal op deze foto?
A
Een constante beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een versnelde beweging
D
Een vertraagde beweging
Slide 13 - Quiz
Je ziet twee foto's. Welke van deze twee is (of zijn) een stroboscopische foto?
A
alleen links
B
alleen rechts
C
zowel links als rechts
D
geen van beide
Slide 14 - Quiz
Hiernaast zie je een stroboscopische foto. Tussen elke flits zit 0,4 s. In hoeveel seconden is deze foto gemaakt?
A
2,0 s
B
1,6 s
C
1,4 s
D
2,4 s
Slide 15 - Quiz
Een afstand-tijdtabel van een stroboscopische foto, wat moet je onthouden?
1. De afstand weet je door de foto langs een meetlat te houden
2. De tijd weet je, omdat je de tijd tussen de lichtflitsen weet.
Slide 16 - Slide
Hiernaast zie je een stroboscopische foto. Deze foto is gemaakt in een totale tijdsduur van 2 sec. Wat is de tijdsduur tussen twee flitsen?
A
2 sec.
B
0,4 sec.
C
0,5 sec
D
Dat kun je niet zeggen met deze gegevens.
Slide 17 - Quiz
In 1 seconde zijn er 4 flitsen. Op een stroboscopische foto zie je 8 beelden. Hoeveel seconden heeft de beweging op de foto geduurd?
A
1,5 seconde
B
1,75 seconde
C
1,9 seconde
D
2 seconden
Slide 18 - Quiz
Wat is een stroboscopische foto?
A
Een aantal foto's achter elkaar geplakt
B
Een flitslamp gecombineerd met een fototoestel
C
Een lamp gecombineerd met een fototoestel
D
Een foto genomen in de discotheek
Slide 19 - Quiz
Op een stroboscopische foto staan 7 ballen. De tijd tussen de lichtflitsen is 0,04 s. Hoeveel tijd zit er tussen het eerste en het laatste beeldje van de bal ?
A
0,28 s
B
0,24 s
C
0,028 s
D
0,20s
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
75 km/is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
19,44 m/s is ... km/h
A
5,4 km/h
B
70 km/h
Slide 25 - Quiz
Gemiddelde snelheid
Afstand delen door tijd. De gemiddelde snelheid.
Vgem=ts
Slide 26 - Slide
Trajectcontrole
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand die je hebt afgelegd te delen door de tijd die je daarover hebt gedaan.
Bij trajectcontroles langs de snelweg wordt hetzelfde principe gebruikt, bekijk het volgende plaatje maar.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand / tijd
B
snelheid = tijd / afstand
C
tijd = snelheid x afstand
Slide 29 - Quiz
Wat is de juiste formule om de gemiddelde snelheid uit te rekenen?
A
t = s / v
B
s = v x t
C
v = s / t
D
v = s x t
Slide 30 - Quiz
Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,108 m/s
B
v = 33,3 m/s
C
v = 2,57 m/s
D
v = 9,26 m/s
Slide 31 - Quiz
Een auto rijdt een afstand van 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.