Les 2 en 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Lezen 10 minuten

Terugblik

Lesdoel

Theorie

Samen en zelf aan de slag!

Drillster les 2

Huiswerk en planning

Hoe herken je de titel van een tekst?

1. Er staan pijlen bij
2. Is vetgedrukt
3. De naam van de schrijver staat er in
4. Eindigt altijd met een punt

LES 2 

Lesdoel
Ik leer dat de inleiding en tussenkopjes me helpen een tekst te begrijpen

Inleiding en tussenkoppen

lezen

Titel

Inleiding

Tussenkopje

Tussenkopje

Tussenkopjes

Hoe herken je de inleiding van een tekst?

- Aan het begin

- Paar zinnen

- Vet

- Cursief

Belangrijk

Belangrijk

Hoe herken je de tussenkoppen van een tekst?

- Vet
- Andere kleur

Andere voorbeelden

Inleiding

Tussenkoppen

Tussenkoppen

Belangrijk

Lees een tekst in deze volgorde:

- Titel

- Inleiding

- Tussenkoppen

- Hele tekst

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 2
Hoe?	1 tot en met 5 samen - 6 tot en met 13 samen met een klasgenoot -
Klaar?	Verder werken met Numo, Nieuwsbegrip of lezen in je leesboek. Je mag ook oefenen met de woordjes!
Tijd?	10 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Lezen 10 minuten

Terugblik

Lesdoel

Theorie

Samen en zelf aan de slag!

Drillster les 5

Huiswerk en planning

Wie weet hoe je de persoonsvorm vindt?

Wie weet hoe je het onderwerp in een zin vindt?

U heeft mij vandaag .............. geholpen

Onvoldoende

Voldoende

Goed

De persoonsvorm is een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

De persoonsvorm in deze zin is:
Ik moet naar mijn werk.

1. Ik
2. moet
3. naar
4. mijn werk

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:

1. kinderen
2. vinden
3. persoonsvorm
4. deze

Het onderwerp in deze zin:

Ik heb kaas gegeten

1. Heb
2. Ik
3. Kaas
4. Gegeten

Wat is het onderwerp:

Klas B1B leert het onderwerp vinden.

1. Klas B1B
2. leert
3. het onderwerp
4. vinden

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 5
Hoe?	We maken alle opdrachten samen
Klaar?	Verder werken aan drillster 5 of lezen. Allemaal klaar? Nakijken!
Tijd?	-
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

U heeft mij vandaag .................... geholpen

Onvoldoende

Voldoende

Goed