Hfst 3 Vol spanning 3.7 Grammatica LIJDEND VOORWERP

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

Pak een schrift of een losblaadje. 

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 6: Spreken, kijken en luisteren (SO periode 2 is luisteropdr)
Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 9 Media en onderzoek
Les 3: Lezen

Les 5: Woorden

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling:  Daarna Toets Thema 3  31 jan

Doel vorige les: 3.7 Grammatica

Ik weet hoe ik het onderwerp van een zin kan vinden. 

Doel les: 3.7 Grammatica

UITLEG:

Wat weet je al: persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde. 

Het onderwerp hoort bij de pv. Ze staan beide in het meervoud of enkelvoud.

Vraag: wie of wat + ww gez? 

Doel les: 3.7 Grammatica

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken. 

Stappenplan zinsdelen: 

1. Onderstreep de pv. 
2. Zet wg boven de pv en boven alle andere werkwoorden in de zin. 
3. Vraag jezelf: Wie of wat + wg. 

Doel les: 3.7 Grammatica

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken. 

pv: heeft

wg: heeft gebroken

Wie of wat heeft gebroken = Frank

Met een bal / heeft / Frank / twee ramen gebroken. 

De docent geeft les aan de leerlingen.
PV = WG = O=

Met Lessonup geeft zij haar lessen.
PV =
WG =
O=

Vorig jaar zaten jullie op de basisschool.
PV =
WG =
O=

Tristan heeft zaterdag gewonnen met korfbal.
PV =
WG =
OND=

Doel les: 3.7 Grammatica

Ik weet hoe ik het lijdend voorwerp kan vinden. 

Doel les: 3.7 Grammatica

UITLEG:

Wat weet je al: persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp kan vinden. 

Vraag: wie of wat + ww gez + o? 

Doel les: 3.7 Grammatica

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken. 

Stappenplan zinsdelen: 

1. Onderstreep de pv. 
2. Zet wg boven de pv en boven alle andere werkwoorden in de zin. 
3. Vraag jezelf: Wie of wat + wg. Zet o boven het onderwerp. 
4. Vraag jezelf: Wie of wat + wg +o = LV (lijdend voorwerp)

Doel les: 3.7 Grammatica

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken. 

pv: heeft

wg: heeft gebroken

Wie of wat heeft gebroken = Frank

Wie of wat heeft Frank gebroken = twee ramen

Met een bal / heeft / Frank / twee ramen / gebroken. 

Hij repareert zijn fiets.
pv= wg= o= lv=

Ik heb mijn kast verkocht.
PV = WG = O= LV=

Welke vraag stel je jezelf om het lijdend voorwerp te vinden?

Ferdinand pakte de juiste huurauto van het bedrijf.

Zelf maken

Opdracht 8, 9, 10, 11 en 12. 

Maria, Danique Jaimy en Jacey maken dit met mij samen. 
Kom met je stoel, je boek en je pen voorin zitten. 

KLAAR: Versterk jezelf via Malmberg. 

Afsluiting van de les. 

Doel van de les: 

Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden door eerst de pv, het wg en het o te vinden. 

Wij zitten aan tafel.
pv= wg = o=

Verbeter het woord:
angeeven

Wat is de tegenstelling van: onder

Als je nu een toets zou maken met deze onderdelen. Wat voor een cijfer zou je dan halen?

Bedankt voor jullie aandacht!

Je kunt nu de zinsdelen: pv, wg en o uit een zin halen.