Nederlands Grammatica H3 herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Nederlands Grammatica herhaling H3

Leerdoelen:

• Ik kan zinnen verdelen in zinsdelen
• Ik kan de zinsdelen PV/WG - O en LV benoemen in een zin.

Wat heb je nodig?

-Aantekeningenschrift + Pen

-Lessonup scherm (Telefoon)

1. Zoek de                                 en onderstreep deze.

2.                          ] onder de pv en alle andere werkwoorden in de zin.

3. Zet een streep                                 de pv.

4. Zet nu zinsdeel strepen na alle andere zinsdelen

                                is het onderwerp (O)

                                is het lijdend voorwerp (LV)

Maak een aantekening in je schrift als je deze nog niet hebt.

Persoonsvorm

Zet WG

voor en achter

Wie of wat +WG

Wie / wat + wg + O

Persoonsvorm (pv)

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Je kunt de persoonsvorm vinden door de tijd van de zin te veranderen, of door een vraagzin te maken.

Maak een aantekening

Wat is de PV in deze zin:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.

1. Met een bal
2. heeft
3. Frank
4. twee ramen

Wat is het wg in deze zin:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.

1. Met een bal
2. heeft
3. heeft gebroken
4. Frank

Werkwoordelijk gezegde (WG)

• Als je de persoonsvorm hebt gevonden onderstreep je deze.
• Daarna zet je WG onder de persoonsvorm.
• Zoek alle andere werkwoorden uit de zin en zet hier ook WG onder.
• Maak een AANTEKENING

Schrijf 3 werkwoorden

Zinsdelen

-Zet een streep voor en achter de PV

-Zet een streep na alle andere zinsdelen.

-Kijk of een woord of deel van de zin voor de PV kan staan.

Maak een aantekening

Typ deze zin over en verdeel hem in zinsdelen:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.

Het onderwerp (O)

Je vind het onderwerp door te vragen: Wie of wat + WG. 

Maak een aantekening

Wat is het onderwerp in de zin

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken

1. Met een bal
2. heeft
3. heeft gebroken
4. Frank

Lijdend voorwerp (LV)

Je vind het lijdend voorwerp in een zin door te vragen:

Wie of wat + WG + O.

Niet elke zin heeft een LV. Een LV begint nooit met een voorzetsel! (Dit leg ik later uit)

Maak een AANTEKENING

Wat is het Lijdend voorwerp in deze zin:

Met een bal heeft Frank twee ramen gebroken.

1. Frank
2. heeft gebroken
3. twee ramen
4. Met een bal

Zelf aan de slag

Wat heb je nodig:

• Pen en papier.
• Een camera op je telefoon

Schrijf deze zinnen over:

Laat tussen elke zin een regel open:

1: Ik zal het kind een snoepje geven.

2: Hendrik heeft de leraar zijn pen geleend.

3: Deze film heb ik al drie keer gezien.

4: De apotheker wil de oude vrouw het medicijn niet verkopen.

1: Ik zal het kind een snoepje geven.

2: Hendrik heeft de leraar zijn pen geleend.

3: Deze film heb ik al drie keer gezien.

4: De apotheker wil de oude vrouw het medicijn niet verkopen.

Onderstreep de PV, Zoek het WG, verdeel de zin met strepen in zinsdelen, zet O onder het onderwerp en LV onder het lijdend voorwerp.

Maak een foto van de zinnen in je schrift en stuur die hier op.

Leerdoelen

Je kunt in een zin:

-De PV en het WG vinden.

-Zinsdeelstrepen zetten.

-Het O en LV vinden.