Toets hart en bloedvaten
1 / 18
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Bestanddelen van het bloed
timer
0:30
1
2
3
4
Witte bloedcel
Rode bloedcel
Plasma
Bloedplaatje
Slide 2 - Drag question
Het belangrijkste
stollingseiwit is
A
Fibrine
B
Fibrose
C
Fibula
D
Fibrinogeen
Slide 3 - Quiz
timer
1:30
Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen.
Dunne minder elastische wand.
Bloedstroom: orgaan naar hart.
Bloedstroom: hart naar orgaan.
Bloeddruk is hoog.
Bloeddruk is laag.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een netwerk.
Slide 4 - Drag question
Bloedstroom
1. Slagader van hart naar orgaan
2. Ader van orgaan naar hart
1. Slagader van hart naar orgaan
2. Ader van orgaan naar hart
A
1 en 2 juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 en 2 onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 5 - Quiz
De bovenste en onderste
holle ader vervoeren
zuurstofarm bloed
vanuit het lichaam naar het hart
holle ader vervoeren
zuurstofarm bloed
vanuit het lichaam naar het hart
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Welke bloedgroep kan alle
bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 7 - Quiz
Wanneer levert de rhesus-factor
problemen op bij een
zwangerschap?
problemen op bij een
zwangerschap?
A
Moeder: rh+
Kind: rh-
B
Moeder: rh+
Kind: rh+
C
Moeder: rh-
Kind: rh-
D
Moeder: rh-
Kind: rh+
Slide 8 - Quiz
timer
0:30
1
3
2
4
5
6
7
Adventitia
Media
Intima
Slagader
Ader
Haarvat
Klep
Slide 9 - Drag question
Welke bloedgroep(en) heeft/hebben
geen antigenen
geen antigenen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 10 - Quiz
Aan welke bloedgroep
kan O worden gegeven?
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen
Slide 11 - Quiz
timer
0:30
1
4
2
3
Tricuspidaalklep
Mitralisklep
Aortaklep
Pulmonalisklep
Slide 12 - Drag question
Wat is de dikste laag van de hartwand?
A
Endocard
B
Myocard
C
Pericard
D
Endocard
Slide 13 - Quiz
Hoe heet de bloeddruk tijdens
het ontspannen van het hart
A
Diastole
B
Systole
Slide 14 - Quiz
De lagen van de hartwand van
binnen naar buiten zijn
A
endocard, myocard, pericard
B
myocard, pericard, endocard
C
pericard, myocard, endocard
Slide 15 - Quiz
Wat doen de kransslagaders?
A
brengen zuurstofrijk bloed naar de longen
B
brengen zuurstofarm bloed naar de aders
C
brengen bloed naar de hartkamers
D
brengen zuurstofrijk bloed naar de hartspier
Slide 16 - Quiz
timer
0:40
1
2
3
4
5
6
7
Sinusknoop
AV-knoop
Geleidingsvezels
Linkerboezem
Linkerkamer
Rechterkamer
Rechterboezem
Slide 17 - Drag question
Het hartminuutvolume is de
hoeveelheid bloed wat het hart in het
lichaam pompt
hoeveelheid bloed wat het hart in het
lichaam pompt
A
Waar
B
Niet waar
