Roos van Leary

• LOB
• MBO
• Studiejaar 2

Welke past het beste bij jou?

Leidend

Helpend

Meewerkend

Volgend

Teruggetrokken

Opstandig

Aanvallend

Concurrerend

Wie van jou klasgenoten zijn leiders?

Wie van jou klasgenoten zijn volgers?

Vraag om koffie in één van onderstaande rollen?

Hoe is dit voor de anderen? Wat roept dit op?

Als twee mensen samen in hetzelfde kwadrant zitten,​

 houden zij hetzelfde gedrag in stand. Per kwadrant ligt ​

het volgende effect voor de hand:​

Allebei in het kwadrant Boven/Tegen: ​

Ze belanden in een machtstrijd.​

Allebei in het kwadrant Boven/Samen: ​

Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, ​

maar tegelijk gewaardeerd worden.​

Allebei in het kwadrant Onder/Samen: ​

Ze komen niet veel verder, omdat initiatief ontbreekt.​

Allebei in het kwadrant Onder/Tegen: ​

Ze versterken elkaar in hun kritische blik.

Als twee mensen samen in hetzelfde kwadrant zitten,​  houden zij hetzelfde gedrag in stand.
Per kwadrant ligt ​het volgende effect voor de hand:​

 
Allebei in het kwadrant Boven/Tegen: ​

Ze belanden in een machtstrijd.​

Allebei in het kwadrant Boven/Samen: ​

Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, ​

maar tegelijk gewaardeerd worden.​

Allebei in het kwadrant Onder/Samen: ​

Ze komen niet veel verder, omdat initiatief ontbreekt.​

Allebei in het kwadrant Onder/Tegen: ​

Ze versterken elkaar in hun kritische blik.

Beschrijf in groepjes bij elk onderdeel van effect 1 een voorbeeld uit

Puzzel  de juiste kaartjes bij elkaar

Zie volgende dia de antwoorden

.Je zit rustig te werken; je collega zit bij jou in het kantoor. In een keer zegt hij/zij: “We hebben geen plakband meer. Heb je geen nieuwe besteld!?”​
Jij reageert geprikkeld: “Nou moe, ik kan niet aan alles denken! Doe het anders zelf!” en blijft mokkend zitten

1. Volgend - Leidend
2. Verdedigend -Aanvallend
3. Aanvallend -Verdedigend
4. Leidend - Volgend

.Je werkt samen met een collega aan een project. Hij zit met zijn handen in het haar en roept: “Ik ga dit echt nooit afkrijgen! Help!”.​
Jij loopt direct naar hem toe en zegt:”Kom op joh, je kunt het wel! Waar zit het probleem?

1. Volgend - Leidend
2. Verdedigend -Aanvallend
3. Aanvallend -Verdedigend
4. Leidend - Volgend

Je collegaatje zit te zuchten en te steunen: “Ik heb nergens zin in. Wat een rotweer. En het is nog maandag ook. En dan ook nog zo’n rotklus...”. En zo verder.
​ Jij raakt geïrriteerd en zegt op een gegeven moment: “Hee, als je niks leuks te zeggen hebt, dan ga je maar ergens anders zitten zeuren. Ik heb er knalgenoeg van!”

1. Volgend - Leidend
2. Verdedigend -Aanvallend
3. Aanvallend -Verdedigend
4. Leidend - Volgend

.Een collega belt je op en stelt voor: “Ga je mee, we gaan lekker samen lunchen!”.​

Jij reageert enthousiast: “Ja hartstikke leuk, geef me een half uurtje en dan ben ik zover”.

1. Volgend - Leidend
2. Verdedigend -Aanvallend
3. Aanvallend -Verdedigend
4. Leidend - Volgend