Les 2 H 6 Medicatie

H 6 Medicijnen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
Helpende plusMBOStudiejaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H 6 Medicijnen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt:
  • werken met medicatieoverzichten en soorten uitgiftesystemen/baxtersysteem​
  • de juiste medicijnen aanreiken aan de cliënt​ 
  • de medicatie die is aangereikt controleren en registreren​ 
  • medicatie toedienen uit uitgiftesysteem/baxtersysteem, via de mond, ogen, huid en neus
  • de huid van de cliënt zalven​
  • de ogen van de cliënt druppelen/zalven​ 
  • de oren van de cliënt druppelen​ 
  • de neus van de cliënt druppelen​ 
  • (Microlax toedienen​)
  • plus de extra handelingen 

Slide 2 - Slide

Als Helpende plus hoef je geen uitgebreide kennis van medicijnen te hebben, maar basiskennis is wel noodzakelijk.
filmpje medicatieveiligheid
Na het filmpje kan je 3 belangrijke tips verwoorden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

Filmpje over medicatieveiligheid

Slide 5 - Slide

Groepen medicatie

Onder welke groep valt het medicijn. 
Zie print en in je studiegids op blz. 13
Werkstuk medicatie


Slide 6 - Link

Op deze site kan je veel vinden over medicijnen.
app op je telefoon FK 

Slide 7 - Slide

Blz. 106 

Slide 8 - Slide

Blz. 108

Opdracht 5c tweede controle
benoem een stap uit het stappenplan baxter systeem

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

boek bkz.110

dubbele controle zie lijst
5 j's bij medicatieverstrekking
juiste zorgvrager
juiste medicatie
juiste wijze van toedienen
juiste dosering (hoeveelheid)
juiste tijd 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Daarnaast.....
Let op de houdbaarheid van de medicijnen
en kijk of er een uitvoeringsverzoek is 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Blz. 111
Er bestaan veel verschillende vormen van pillen, elk met hun eigen functie. Sommige pillen beginnen hun werk in de slokdarm, andere in de maag en weer andere in de darmen. Sommige pillen werken snel en andere werken langzaam.
Capsules moeten heel doorgeslikt worden omdat:

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Dragees moeten heel doorgeslikt worden omdat:

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Richard werkt als helpende in een VVT-instelling. Vandaag heeft hij de zorg voor mevrouw Van Wijk. Tijdens het ronddelen van de medicatie vraagt mevrouw Van Wijk aan hem of hij haar tramadol retard medicijn in vier kleine stukjes kan breken. Ze heeft namelijk wat last van haar keel en kan de tablet maar moeilijk doorslikken.

Mag Richard de tramadoltablet retard in vierstukjes breken?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Bij een suspensie is het belangrijk om voor inname goed te schudden zodat de werkzame stof gelijkmatig is verdeelt. 

Handig om te weten: zie boek blz.115

Benoemen:
Druppelvloeistof, gels, spray en klysma
Doelen van Medicijnen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

paracetamol
A
is een symptoom bestrijder
B
is een medicijn ter preventie van hoofdpijn
C
wordt gebruikt als supplement

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Curatieve werking betekent:
A
aanvullend
B
genezend

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

vitamine D suppletie betekent: het tekort aan vitamine D aanvullen
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

met medicatie ter preventie willen we
A
een ziekte behandelen
B
voorkomen dat er een ziekte ontstaat

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

medicatie via de huid noemen we:
medicatie via de mond noemen we:
medicatie via anus noemen we:
medicatie via het oog noemen we:

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Blz. 119

Met deze vormen van toediening krijg je het meest te maken.

Slide 25 - Slide

Blz. 123

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

welke indicaties zijn er voor oogdruppels?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

bij "gewenning" heeft een zorgvrager steeds meer nodig van het medicijn
A
Juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Als diverse medicijnen elkaars werking beinvloeden, dan noemen we dit
A
interactie
B
contra indicatie
C
bijwerking

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

noem een voorbeeld van interactie tussen een voedingsstof en een medicijn

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

wat doe je als een zorgvrager de medicatie weigert in te nemen? 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

bij weigering van medicatie kan je het beste:
A
rustig blijven en uitleggen waarom het medicijn nodig is
B
informatie geven over de (bij)werking van het medicijn
C
eerdere ervaringen van de zorgvrager met het medicijn bespreken
D
A, B en C zijn juist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

systemische of lokale werking van medicijnen 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Mevrouw van Veen heeft al geruime tijd last van droge ogen. Sinds een week gebruikt ze hiervoor oogdruppels

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Karel heeft oorpijn. Hij is naar de dokter geweest en deze heeft hem oordruppels voorgeschreven.

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

mevrouw de Boer heeft een depressie. ze gebruik paroxetine 1xdd 10 mg per os

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions