16.3 Verworven afweer en antistoffen 5V 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.3 Verworven afweer en antistoffen 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 47 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.3 Verworven afweer en antistoffen 

Slide 1 - Slide

Herhaling
Aspecifieke-aangeboren afweer.
Wat weten jullie nog?


Welke BINAS tabellen?

Slide 2 - Slide

Herhaling BINAS 84J
Aspecifieke-aangeboren afweer.
Fysieke barrière - huid
Chemische barrière - stoffen in zweet/slijm

Ontstekingsreactie
Witte bloedcellen (fagocyten/macrofagen/NK cellen)
Complementsysteem

Slide 3 - Slide

Herhaling

Wat zijn antigenen en waar zitten ze?



Slide 4 - Slide

Antigenen 

Slide 5 - Slide

Vandaag
Specifieke afweer
Antistoffen

Slide 6 - Slide

Leerdoel 6
Je kunt beschrijven hoe in je lichaam de verworven/specifieke afweer ontstaat en de rol van verschillende lymfocyten daarbij uitleggen.

BINAS 84L

Slide 7 - Slide

1
2
4
5
3

Slide 8 - Slide

Specifieke afweer 
Wordt gestart door een Antigeen Presenterende Cel (APC):
  • Een fagocyt die een ziekteverwekker heeft 'opgegeten'


Slide 9 - Slide

APC - fagocyt
Fagocyten die bijvoorbeeld een bacterie hebben opgenomen zullen deze verteren en vervolgend delen ervan op hun celmembraan presenteren.

Hiervoor gebruikt de fagocyt het MHC-II eiwit.

Slide 10 - Slide

1

Slide 11 - Slide

Lymfe stelsel
De fagocyt (APC) verplaatst zich naar een lymfeknoop en presenteert het antigeen aan T-helper cellen (Th-cellen).

Slide 12 - Slide

2

Slide 13 - Slide

APC activeert T-helpercel (BINAS 84L1 linksboven)

Slide 14 - Slide

Cytotocische T cellen 
De Th-cel activeert Tc-cellen (Cytotoxische T cellen) met dezelfde receptor.

De geactiveerde Tc-cellen (cytotoxische T cellen) herkennen met die receptor geinfecteerde lichaamscellen en prikken deze lek -> cellen gaan dood.

Slide 15 - Slide

3

Slide 16 - Slide

B cellen 
De Th-cel activeert B-cellen met dezelfde receptor
Geactiveerde B cellen vormen plasmacellen



Slide 17 - Slide

4

Slide 18 - Slide

Plasmacellen/ antistoffen 
 Plasmacellen produceren antistoffen die dezelfde vorm hebben als de receptor.
Antistoffen binden heel specifiek aan het antigeen en dus aan de ziekteverwekker.



Slide 19 - Slide

1
2
4
5
3

Slide 20 - Slide

BINAS 84L
Plak gebeurtenissen 1 t/m 5 op deze tabel, waar vind je welk deel terug?

Slide 21 - Slide

1

Slide 22 - Slide

2

Slide 23 - Slide

3

Slide 24 - Slide

4

Slide 25 - Slide

5

Slide 26 - Slide

Cellulaire afweer: 
met Tc cellen 

Slide 27 - Slide

Humorale afweer: 
met antistoffen 

Slide 28 - Slide

Synoniemen
B-cellen = B-lymfocyten

Th-cellen = Thelper cellen = Th-lymfocyten

Tc-cellen = cytotoxische T-cellen = Tc-lymfocyten

Slide 29 - Slide

Vraag
(BINAS 84L) Wat houdt de klonering en differentiatie van 
Th-cellen, Tc-cellen en B-cellen in?

Slide 30 - Slide

Vraag
(BINAS 84L) Wat houdt de klonering en differentiatie van 
Th-cellen, Tc-cellen en B-cellen in?

klonering: deling, er worden meer exemplaren gevormd
differentiatie: er worden verschillende typen gevormd (zoals geheugencellen)

Slide 31 - Slide

Vraag
Waarom heb je bij een infectie met een virus zowel Tc-cellen als B-cellen nodig?

Slide 32 - Slide

Vraag
Waarom heb je bij een infectie met een virus zowel Tc-cellen als B-cellen nodig?

Omdat je aan de ene kant de vrije virussen moet wegvangen ter voorkoming van nieuwe infecties (met antistoffen) maar ook de geïnfecteerde cellen moet doden om te voorkomen dat er steeds nieuwe virussen worden gemaakt (met Tc cellen).

Slide 33 - Slide

Vraag
Hoe herkennen de Tc-cellen een geïnfecteerde cel?

Slide 34 - Slide

Vraag
Hoe herkennen de Tc-cellen een geïnfecteerde cel?
(vorige les)

Doordat alle cellen eiwitten op hun celmembraan dragen (op het MHC-I molecuul) dit op dat moment in de cel worden gemaakt. Dit zijn viruseiwitten in geval van een geïnfecteerde cel.

Slide 35 - Slide

BINAS 84L1
rechtsboven

Slide 36 - Slide

Leerdoel 7
Je kunt het ontstaan en de werking van antistoffen uitleggen.

BINAS 84K 

Slide 37 - Slide

B-cel met receptor
Plasmacel met antistoffen
B-cel receptoren en antistoffen zijn eiwitten: immunoglobulinen

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

BINAS 
84K

Slide 41 - Slide

Vraag
Welk type antistoffen kan van moeder op ongeboren kind worden overgedragen?


Welk kenmerk zorgt hier waarschijnlijk voor?

Slide 42 - Slide

Vraag
Welk type antistoffen kan van moeder op ongeboren kind worden overgedragen?
IgG antistoffen

Welk kenmerk zorgt hier waarschijnlijk voor?
Ze zijn klein en kunnen dus door de bloedvatwand in de placenta

Slide 43 - Slide

Benoem 1, 2 en 3

Slide 44 - Slide

1: MHC-I
2: antigeen
3: receptor
/immuno-globuline

Slide 45 - Slide

Lesdoel 16.3 Je kunt
  • beschrijven hoe in je lichaam de verworven afweer ontstaat en de rol van verschillende lymfocyten daarbij uitleggen (leerdoel 6).
  • het ontstaan en de werking van antistoffen uitleggen (leerdoel 7).

Slide 46 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 16.3.
Leerdoel 6 en 7.

Slide 47 - Slide