What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen woordenschat les 6 en 11
Thema 2 les 6 en 11
quiz
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 2 les 6 en 11
quiz
Slide 1 - Slide
Wanneer ben je relaxed?
A
als je druk bent
B
als je zenuwachtig bent
C
als je niet rustig of ontspannen bent
D
als je ontspannen en rustig bent
Slide 2 - Quiz
Het platte gedeelte van een riem of roeispaan heet?
Slide 3 - Open question
Wat is opgewonden zijn?
A
rustig en ontspannen
B
druk en zenuwachtig
C
niet rustig
D
je bent relaxed
Slide 4 - Quiz
Welke 3 woorden horen bij
de roeiboot?
A
het zeil de wind de riem
B
de riem de haal het roeiblad
C
de haal het schip de roeispaan
D
het roeiblad het zeil de boot
Slide 5 - Quiz
'In toom houden'
betekent?
A
het loopt uit de hand
B
het gaat mis
C
onder controle houden
D
je bent erg streng
Slide 6 - Quiz
De beweging die de riem van een roeiboot door het water maakt.
Slide 7 - Open question
Wat is deinen?
A
zachtjes op en neer bewegen door de golven
B
het hard schudden van de boot
C
er zijn grote golven
D
het water is wild
Slide 8 - Quiz
Wat is het wrak?
Slide 9 - Open question
overtollig
A
je hebt te weinig
B
je komt tekort
C
je wilt nog meer
D
meer dan nodig
Slide 10 - Quiz
Wat betekent:
het gaat helemaal mis. Je kunt het niet meer controleren
Slide 11 - Open question
Wat betekent 'elders'?
A
hier
B
ergens anders
C
waar je bent
D
dichtbij
Slide 12 - Quiz
Streng. Als je een beslissing hebt genomen en je verandert die niet meer.
Slide 13 - Open question
Wat betekent het woordje oorspronkelijk?
A
later
B
op dit moment
C
In het begin
D
eerst
Slide 14 - Quiz
ontiegelijk is....
A
klein
B
groot
C
dun
D
enorm
Slide 15 - Quiz
opgetogen
A
je bent boos
B
je bent heel blij en tevreden
C
je bent niet blij
D
je bent rustig
Slide 16 - Quiz
Als iemand ergens nadeel van heeft?
Slide 17 - Open question
ondervinden
A
meemaken, ervaren
B
niet weten
C
het gebeurt niet
D
je vindt het
Slide 18 - Quiz
Aan elkaar vastmaken van meerdere dingen, mensen of zaken noemen we?
Slide 19 - Open question
Wat is onder de knie hebben?
A
je moet het nog leren
B
het is nog erg lastig
C
weten hoe iets moet
D
pijn aan je knie hebben
Slide 20 - Quiz
Dit hebben mensen die nieuwe of mooie dingen kunnen bedenken of maken
Slide 21 - Open question
Het is van de baan.
A
je hebt geen baan meer
B
je bent op de goede weg
C
de baan is gevaarlijk
D
het gaat niet door
Slide 22 - Quiz
Wat kun je gebruiken om iets gemakkelijker te kunnen doen?
Slide 23 - Open question
ten bate van betekent?
A
het goede doel
B
iemand heeft er voordeel van
C
erg nadelig
D
het komt niet goed uit
Slide 24 - Quiz
als je chagrijnig bent , dan ben je............
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
More lessons like this
thema 2 les 6a en b
October 2018
- Lesson with
17 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
thema 2 les 6a en b
October 2024
- Lesson with
27 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
woordenschat thema 2
November 2024
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
thema 2 les 11 a en b
October 2018
- Lesson with
18 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Woordenschat oefenen M7
February 2021
- Lesson with
28 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Mijn proefles
October 2020
- Lesson with
18 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7
Woordenschat thema 2 groep 7
October 2024
- Lesson with
21 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal thema 2 woordenschat
November 2022
- Lesson with
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 7