H4ges_3 Les 10 TV 3 Europa wordt autarkisch

1 / 49
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Slide

Telefoon in je zakkie!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Checkvraag
  • Hoe ontstaat er in Europa een nieuw politiek en economisch systeem na de val van het Romeinse rijk? 
  • Afsluiting  

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Tijdvak 2 Grieken en Romeinen
19. Je weet waarom de Grieks-Romeinse Oudheid een agrarisch-urbane maatschappij was

Tijdvak 3 Monniken en Ridders
20. Je kan uitleggen dat het feodale systeem en het hofstelsel een oplossing vormen voor de problemen van de autarkische agrarische Europese samenleving die ontstond na de val van het Romeinse rijk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

E. Volgelingen van Jezus Christus stichten het Christendom.
D. Keizer Constantijn geeft de Christenen godsdienstvrijheid.
C. Het Christendom verspreidt zich tot in Rome.
B. Het Christendom wordt Romeins staatsgodsdienst; andere geloven werden verboden.
A. De Romeinen verbieden het Christendom

Slide 9 - Drag question

Na de dood van Caesar (en weer burgeroorlog)  begint in 27 v. Chr. officieel het Keizerrijk
De 1e Keizer is Augustus. Hij begint de Pax Romana, Romeinse vrede, die meerdere eeuwen duurt. Er is:
- Vrede, veiligheid en rust door bewaakte grenzen met soldaten
- Duidelijk bestuur met één machthebber en georganiseerde Romeinse overheid (keizer, provincies en Keizerlijke ambtenaren)
- Tolerantie tegenover andere geloven en culturen binnen het rijk zolang zij maar luisteren naar de Romeinse machthebbers
- Groei steden en handel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het Rijk in de problemen: 3e eeuw 
  • Tijdens de PAX ROMANA (Romeinse vrede) was het de Romeinen steeds gelukt om weinig oorlog te voeren en een stabiel rijk te hebben. Maar toen:
  1. steeds meer Germanen komen de grens over en moeten worden afgeslagen met geweld of afbetaald met geld. Oorlog en afbetalen = duur. Ook continue oorlog met de Perzen kostte veel geld.
  2. Soldatenkeizers: ruzies tussen generaals over de keizerstitel (235-284). De ruzies zorgen voor burgeroorlogen. Deze burgeroorlogen blijven ook in de 4e en 5 eeuw plaatsvinden.

In de 4e en 5e eeuw breidt deze eerste crisis verder uit:
4. Meer kosten (verdeidiging en geen nieuwe inkomsten) zorgt voor hogere belastingdruk; bevolking verarmd 
5. Infrastructuur verslechtert door gebrek aan geld en bestuur
6. Burgeroorlogen en invallen zorgen voor gebrek aan veiligheid en duidelijk bestuur
7. Steden vervallen en lopen leeg door instorten handel en geldeconomie en oplopende voedseltekorten
8. 






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 12 - Slide

tussen 235 en 284 waren er meer dan 50 keizers! hoeveel procent werd daarvan vermoord denk je?
A
10 procent
B
30 procent
C
50 procent
D
60 procent

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

economisch
politiek
militair
hogere kosten
snelle opvolging van keizers
de Romeinse soldaten kunnen niet meer op tegen de Germanen

Slide 16 - Drag question

Diocletianus wist de periode van 'soldatenkeizers' te beëïndigen en begon met hervormingen die invloed hebben gehad op: laatste gedeelte Romeinse rijk én vroege Middeleeuwen 

1. Erfelijke beroepen
Diocletianus liet beroepen erfelijk worden; van vader op zoon. Dat bleef zo in de middeleeuwen. Dit verminderde de sociale mobiliteit
2. Ontstaan horigheid
landloze boeren moesten vanaf nu werken voor een grondbezitter zonder zelf in aanmerking te komen voor grond of vrijheid. Zij waren gebonden aan het land (mochten niet weg) --> = horigheid
3. Veel zelfstandigheid en macht voor lokale militaire leiders
Om snel te kunnen reageren op aanvallen kregen militaire leiders de ruimte om beslissingen te maken. Dit verzwakte wel de positie van de Keizer als centrale bestuurder,
4. Het rijk splitsen
Bestuurlijk kreeg het rijk meerdere hoofdsteden met eigen keizers. Zo kon de opvolging soepeler verlopen en konden er sneller beslissingen gemaakt worden





Keizer Diocletianus: 284 - 305 n. Chr.
Crisismanagement

Slide 17 - Slide

Intern: het Rijk wordt tijdelijk bestuurlijk gesplitst
284 door Diocletianus



  • Het Rijk wordt in 284 twee bestuurlijke stukken gedeeld: Oost-Romeinse Rijk &  West-Romeinse Rijk. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer: dit was een bestuurlijke verandering
  • Waarom?
  1.  Sneller reageren op externe aanvallen (Germaanse & Perzische) invallen
  2. Het Rijk kon zo minder snel in burgeroorlogen vallen als er een keizer dood ging (intern)






Slide 18 - Slide

Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw


  • Europese stammen slaan op de vlucht voor de Hunnen
  • Trekken het onbewaakte Romeinse Rijk binnen (die zijn veel bezig met burgeroorlog)
  • Veroorzaken economische en sociale problemen (onveiligheid) 
  • Blijven vaak wonen in het rijk (culturele verandering)

Slide 19 - Slide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 20 - Slide

395 na Christus: 
Definitieve splitsing in West- en Oostromeinse Rijk om bestuur makkelijker te maken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 23 - Slide

Europa rond 600 n. Chr.

Slide 24 - Slide

Interne oorzaken
Externe oorzaken
Soldatenkeizers 
Migratie Hunnen
Splitsing keizerrijk
Inval Germaanse stammen 
Devaluatie Romeinse munten 
Plundering Rome

Slide 25 - Drag question

Jagers & verzamelaars
Landbouwsamenlevingen
Grieken & Romeinen
Vroege Middeleeuwen
Nomadisch
X
Agrarisch
X
X
Agrarisch-urbaan
X

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Nieuwe indeling samenleving:
De standenmaatschappij

  • Vechters & Leiders (van kleine gebieden/koninkrijkjes)

  • Bidders  (geestelijkheid) 

  • De rest (boeren en horigen) 


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

West-Europa wordt autarkisch: mensen moeten zelfvoorzienend zijn om te overleven

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Leerdoelen
Tijdvak 2 Grieken en Romeinen
19. Je weet waarom de Grieks-Romeinse Oudheid een agrarisch-urbane maatschappij was

Tijdvak 3 Monniken en Ridders
20. Je kan uitleggen dat het feodale systeem en het hofstelsel een oplossing vormen voor de problemen van de autarkische agrarische Europese samenleving die ontstond na de val van het Romeinse rijk

Slide 40 - Slide

Welke economische veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 41 - Open question

Welke politieke veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 42 - Open question

Welke sociale veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 43 - Open question

Afsluiting
Aan het eind van deze les:
  • 13. Je (her)kent en begrijpt de vijf kenmerkende aspecten van de Oudheid. (R)
Je kent de begrippen filosofie, rationalisme, wetenschap

Je (her)kent kenmerken van Grieks wetenschappelijk denken in bronteksten (T2)

Slide 44 - Slide

Fijne dag!

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Welke interne en externe oorzaken voor de ondergang van Rome bespreekt het artikel?

Slide 47 - Mind map

Welke veranderingen voert de Keizer Diocletianus in om de problemen op te lossen?

Slide 48 - Mind map

Welke veranderingen blijven bestaan en vinden wij nog terug in de Middeleeuwen?

Slide 49 - Mind map