BLOK 1 FICTIE

Welkom bij de eerste les 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij de eerste les 

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig in de les
Ipad
tekstboek 
A4-lijntjesschrift
oortjes

Slide 2 - Slide

Afspraken tijdens de les

  • Boeken, schrift altijd op tafel
  • Ipad op hoek van de tafel of in de tas 
  • Respect voor elkaar



Slide 3 - Slide

Pak nu je schrift voor je:....
Zet op de voorkant van je schrift:
Voor- en achternaam, 
Je klas
"Nederlands"

Slide 4 - Slide

Belangrijk

- huiswerk in Magister en in agenda

-zo duidelijk mogelijk schrijven met pen

(met potlood in overleg)

-LessonUp

-Nederlands boek op Ipad


Slide 5 - Slide

LessonUp

Registreer je bij LessonUp (app op je iPad)


- gebruik je eigen e-mail van school

- gebruik je eigen schoolwachtwoord

- gebruik je echte voor- en achternaam

Slide 6 - Slide

klassencode
We gaan een klas aanmaken.
Je krijgt hiervoor van de docent een code



mwzdh

Slide 7 - Slide

Vond je taal een moeilijk vak op de basisschool?

ja / nee / beetje

Slide 8 - Open question

Dyslexie
Hoe gaan we om met dyslexie in de les
Hoe ging dat op de basisschool?

Slide 9 - Slide

Nog even een taalraadsel
Het is wel in een jaar maar niet in een eeuw. Steeds in een maand maar nooit in de week. Wel in een dag maar niet in een uur. Wat is dat?
Steek je vinger op als je denkt te weten wat het antwoord is!

Slide 10 - Slide

Antwoord
De letter..........A

Slide 11 - Slide

Hoe werkt het boek van Nederlands? 
bekijk de kaft en blader het boek maar door. 

Slide 12 - Slide

Wat zie je?

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Toevoegen aan online methode
 Code 35KDEUCU 

Slide 16 - Slide

BLOK 1
FICTIE

Slide 17 - Slide

Doel van de paragraaf 'FICTIE'    (blz. 9-20)
                                           Aan het einde van deze paragraaf:

  • ken je 5 manieren om een leesboek te kiezen dat past bij jouw smaak.
  • kun je de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal kort navertellen.
  • kun je een gelezen boek aanraden bij klasgenoten.
  • kun je de kenmerken van een gedicht noemen.

Slide 18 - Slide

Een brugklasser vertelt:  

‘Ik heb vandaag een heel zware tas. Ik heb boeken voor heel veel vakken, zoals Engels, biologie, wiskunde en ga zo maar door. Ik moet nu heel ver fietsen naar school, bijna acht kilometer. En ja, vroeger was het echt heel anders, vroeger hoefde ik maar 800 meter naar school te fietsen of zo. De leraar op de basisschool, die zag je de hele dag, elk uur. Nu zie je voor elke les een
andere leraar. 

In het begin is dat wel heel erg wennen, want dan kennen die leraren je naam nog niet eens. Je moet ook nieuwe vrienden maken, maar de vrienden die je had van de basisschool, die houd je eigenlijk ook altijd wel. Die wonen dichtbij en daar kan je in het weekend bijvoorbeeld een keer naartoe gaan
of op vrijdagmiddag als je even geen huiswerk hebt. Als je bang bent om als brugpieper uitgescholden te worden, dan heb je eigenlijk alleen maar last van een beetje stoere tweedeklassers. Die denken dat ze veel beter zijn dan jij.’



Slide 19 - Slide

Tips van De Expert....

  • Tip 1     :  Het is heel handig om je kluisje te gebruiken, want dan heb je niet zo’n zware rugzak als je van les naar les moet.
  • Tip 2     :  Als je niet kunt slapen, dan moet je gewoon denken: hetkomt allemaal wel goed, het went allemaal.


Slide 20 - Slide

Tips van jullie...........

Slide 21 - Mind map

Zo ga je werken in je schrift
1. zet in rood boven aan de bladzijde 
BLOK 1.
2. zet het nummer van de opdracht altijd in de kantlijn. 
3. sla drie regels over tussen de opdrachten. 

schrijf met blauw of zwart

Slide 22 - Slide

opdracht 

  1. Lees de tekst blz 9-13. 
  2.  kijk alvast naar de vragen bij opdracht 1 (blz 13)  We bespreken deze mondeling. 
  3. Lees de tekst op blz 14-15 
  4. Maak   opdracht 2 in je schrift.  (huiswerk voor donderdag)

  • Je maakt vraag 1 t/m 6.
  • Schrijf je antwoorden in hele zinnen. Denk aan hoofdletters en punten.

Slide 23 - Slide

antwoorden opdracht 2

  1. De hoofdpersoon is Kirsten.  
  2. De hoofdpersoon zit op het Carry van Bruggen College in klas B1D.
  3. Kirsten houdt niet zo van huiswerk maken, want ze schrijft dat ze liever jongens spot.
  4. Haar slechtste eigenschap is dat ze nogal eens haar mond voorbij praat.
  5. Ze vindt het leuk dat ze in de redactie van de schoolkrant zit.
  6. Ze heeft op maandag een kennismaking met haar klasgenoten, de brugklascoördinator, haar mentor en het gebouw. Op dinsdag is er een speurtocht en zijn er nog wat kennismakingsspelletjes. En op woensdag tot en met vrijdag gaan ze op een kamp naar Ameland.
  

Slide 24 - Slide

Kijk op blz 16 in je boek 

Slide 25 - Slide

Wat past het best bij jou?
A
Ik ben geen lezer
B
Ik lees wel eens een boek
C
Ik lees vaak een boek

Slide 26 - Quiz

Wat past het best bij jou?
A
als ik een boek moet kiezen: dan een dun boek met veel plaatjes
B
ik kies alleen maar boeken van bekende schrijvers
C
ook dikke boeken vind ik leuk

Slide 27 - Quiz

Wat past het best bij jou?
A
het duurt lang voordat ik een boek uit heb
B
ik ben een snelle lezer, lees een boek altijd uit
C
ook al vind ik het lastig, ik lees een boek wel altijd uit
D
ik lees een boek nooit uit, het lukt me niet

Slide 28 - Quiz

Wat is het laatste boek wat je gelezen hebt?

Slide 29 - Open question

Naar welke films of televisieprogramma's kijk jij graag?

Slide 30 - Open question

Lees jij wel eens een tijdschrift?
Zo ja, welk?

Slide 31 - Open question

Lees jij wel eens een strip?
Zo ja, welke?

Slide 32 - Open question

Opdracht 4 (blz. 18)
Waarop let je bij het kiezen van een boek?

Slide 33 - Mind map

theorie:
  • Lees de theorie op blz. 18.
  • Probeer zoveel mogelijk te onthouden.
  • Maar daarna je boek dicht.
  • Er komt een quiz!

Slide 34 - Slide

Welke tips kunnen je helpen om te weten te komen of een boek bij jouw smaak past? (meer antwoorden)
A
titel
B
flaptekst
C
omslag
D
snel een paar bladzijden lezen

Slide 35 - Quiz

Een ander woord voor het 'omslag' van een boek is: buitenkant.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

De flaptekst is:
A
De informatie op de voorkant van het omslag.
B
De informatie op de achterkant van het omslag.

Slide 37 - Quiz

Een goede manier om een leesboek te kiezen.
Geen goede manier om een leesboek te kiezen.
De flaptekst lezen
Klasgenoten / docent om tips vragen.
Een dun boek kiezen.
En paar bladzijdes lezen uit het boek.
Spreken de titel en het omslag me aan?

Slide 38 - Drag question

huiswerk
  • Lees de theorie op blz. 19.
  • Lees daarna het gedicht op blz. 19.
  • Maak nu opdracht 5  (blz. 19) in je schrift.
  • Let op: geef antwoorden in hele zinnen, denk aan hoofdletters en punten.

Slide 39 - Slide

 nakijken huiswerk opdr 5 
  1. Er is veel wit. De regels zijn niet volgeschreven. De regels staan ook in groepjes bij elkaar. Bovendien gaat dit gedicht over een gevoel.
  2. Als ik naar het gedicht kijk dan zie ik dat de woorden verspringen in de vorm van de treden van een trap. Ze gaan naar boven en naar beneden. In het gedicht komt ook een trap voor.
  3. Dit gedicht gaat over moe zijn, moeheid.
  4. Eigen antwoord. Let op de uitleg.
  5. Eigen antwoord.
  6. Na dood op vormen de woorden van de zin En nou moet ik heel die trap nog op een trap die omhoog gaat. Na bek af vormen de woorden van de zin Kwam mijn bed de trap maar af een trap die naar beneden leidt.
  7. Eigen antwoord voorzien van uitleg.

Slide 40 - Slide

opdracht 6 voor cijfer 

 Je krijgt hiervoor een tekenblad.

  • Schrijf een gedicht over jouw gevoel bij de start va het schooljaar.
  • Probeer het op een bijzondere manier te beschrijven. (zie blz. 19)
  • Je bewaart dit gedicht in je schrift
  • Let op: regels niet te vol, maximaal 75 woorden, tekening erbij.

Slide 41 - Slide

Wat vond je van de lessen fictie?
Heb je nieuwe dingen geleerd?
Vond je de lessen leuk ? etc.

Slide 42 - Mind map

Leesboek op tafel 
Welk boek heb je gekozen en waarom?

Slide 43 - Slide