To = ‘aan’ ‘om te’ /
Too = ‘te’ of ‘ook’ /
Two = twee
of = ‘of’ ‘van’ / off = ‘af’ ‘uit’ / from = (gekregen) van
it’s = ‘it is’ ‘it has’ / its = van het
Where = waar / Were = ‘waren’ / We’re = ‘wij zijn’
There = daar / Their = ‘hun’ / They’re = ‘zij zijn’
Accept = accepteren / Expect = verwachten / Except = behalve
Your = jouw / You’re = ‘jij bent’ ‘jullie zijn’
Than = dan (vergelijking) / Then = ‘dan’ (opvolging) ‘toen’
Advise = advies geven / Advice = advies
Breathe = ademen / Breath = adem
Lose = verliezen / Loose = los