27 mei -2kgt

jeudi le 27 mai
* herhaling delend lidwoord
* uitleg deel 2 delend lidwoord
* opdracht 31 + 32 
* stencil
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

jeudi le 27 mai
* herhaling delend lidwoord
* uitleg deel 2 delend lidwoord
* opdracht 31 + 32 
* stencil

Slide 1 - Slide

de cola = le coca cola=...
A
du coca
B
de la coca
C
de l'coca
D
des coca

Slide 2 - Quiz

de pizza = la pizza pizza = ...
A
du pizza
B
de la pizza
C
de l'pizza
D
des pizza

Slide 3 - Quiz

de frietjes = les frites frietjes=....
A
du frites
B
de la frites
C
de l'frites
D
des frites

Slide 4 - Quiz

het water = l'eau water= ...
A
du eau
B
de la eau
C
de l'eau
D
des eau

Slide 5 - Quiz

uitbreiding delend lidwoord
na de ontkenning gebruik je   de  of d'
Je ne mange pas de frites.
Tu ne bois jamais de coca.
Elle ne prend pas encore d'eau.

Slide 6 - Slide

vervolg
na woorden van hoeveelheid gebruik je altijd
de /d' 

Slide 7 - Slide

woorden van hoeveelheid

Slide 8 - Mind map

voorbeelden
Hij eet een kilo aardbeien.  Il mange un kilo de fraises
Wij eten een beetje ijs. Nous mangeons un peu de glaces.
Zij drinken een fles fanta. Elles boivent une bouteille de coca.

Slide 9 - Slide

laatste deel
bij deze woorden volgt altijd het normale lidwoord (le/la/l'/les)

aimer
adorer
préférer
détester

Slide 10 - Slide

voorbeelden
Tu aimes les frites.
Tu n'aimes pas les frites.

J'adore le jus d'orange.
Je n'adore pas le jus d'orange.

Slide 11 - Slide

stappenplan
1: staat er een vorm van aimer, détester, adorer, préferer? --> le/la/l'les

2: staat er een woord van hoeveelheid in ? --> de / d'
3 Staat er een ontkenning in? --> de / d'

4 staat er niets van het bovenstaande dan : du / de la /de l' / des

Slide 12 - Slide

au travail!
Aan de slag met opgave 31 en de stencil

Slide 13 - Slide