3.3 - Het hart

Hart en bloedsomloop
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hart en bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Huiswerk bekijken
  • Opdrachten hart bespreken
  • Uitleg 3.4

Slide 2 - Slide

Bloedvaten bingo
Eerst even oefenen!

Slide 3 - Slide

Het hart

Slide 4 - Slide

Samen opdrachten bespreken

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De hartboezems pompen het bloed naar de hartkamers. Vervolgens pompen de hartkamers het bloed door het lichaam.

De wanden van de hartkamers zijn dikker dan de wanden van de boezems. Leg uit waarom, aan de hand van de werking van het hart.

Slide 8 - Open question

De hartboezems pompen het bloed naar de hartkamers. Vervolgens pompen de hartkamers het bloed door het lichaam.

Welk deel van het hart heeft de dikste, meest gespierde wand: de rechterkamer of de linkerkamer? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open question

Vergelijk de aorta met de longslagader.

De bloeddruk in de aorta is .......... de bloeddruk in de longslagader
A
gelijk aan
B
hoger dan
C
lager dan

Slide 10 - Quiz

Oefenen

Wil je nog oefenen met de onderdelen van het hart?

Slide 11 - Slide

Deze week..
  • Afronden huiswerk vorige week.
  • Herhaling 3.4 + opdrachten maken.
  • Uitleg 3.5 + opdrachten maken.

Slide 12 - Slide

3.4 - Uitscheiding
Leerdoel:
  • Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 13 - Slide

Waar vind je de nieren?
A
Nummer 9
B
Nummer 8
C
Nummer 7
D
Nummer 6

Slide 14 - Quiz

Nieren
Nierslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed
van hart naar nieren. 

Dit bloed bevat ook de afvalstoffen van veel
andere organen.

De nieren halen deze afvalstoffen uit het
bloed. 
Door de nieraders stroomt het gezuiverde
bloed uit de nieren, terug naar het hart. 

Slide 15 - Slide

Nieren
Een nier bestaat uit:
  • Nierschors
  • Niermerg
  • Nierbekken

Slide 16 - Slide

Urine
Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen uit het bloed. 

De verwijderde stoffen samen heten: urine.

In de nierbekkens wordt de urine verzameld. 
Via de urineleider gaat de urine naar de urineblaas. 
Via de urinebuis wordt de urine uit geplast. 

Slide 17 - Slide

Opdrachten maken
Huiswerk voor volgende week maandag:

3.4 -  Uitscheiding - opdracht 1 t/m 10
(Opdracht 1 t/m 3 heb je als het goed is al af!)

Slide 18 - Slide