This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Hst 3: Religie in Japan
Shintoïsme Confucianisme Boedhisme Christendom
Slide 1 - Slide
Eerst een stukje herhaling van hst 1 en 2. Het gaat daar in over 'beschaafd' versus 'onbeschaafd.' Wanneer noem je een samenleving of cultuur 'beschaafd' ?
A
Als het een landbouwsamenleving is
B
Als het een samenleving is die zich westers gedraagt
C
Als het een cultuur is die in technologisch opzicht ontwikkeld is.
D
Daar is geen objectieve maatstaf voor.
Slide 2 - Quiz
Welk risico zit er volgens het boek in geschiedschrijving vanuit de "westerse hoofdstroom" ?
A
Dat je westerse normen en waarden als de maatstaf neemt bij het oordeel over andere volken en culturen
B
Dat je niet volledig bent in je beschrijving van alle volken en culturen op de wereld
C
Dat het idee ontstaat dat andere volken niet veel voorstellen of niet belangrijk waren voor de ontwikkeling van het westen.
D
alle vooraf genoemde antwoorden zijn juist.
Slide 3 - Quiz
Historici doen aan een zo objectief mogelijke geschiedschrijving.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Historici doen aan objectieve geschiedschrijving.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Shintoïsme
Les hoofdstuk 3 .1
In de video op de volgende pagina zie extra uitleg over het shintoïsme
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Shintoïsme
Slide 8 - Mind map
Confucianisme
Les het stukje van 3.2 dat over het confucianisme gaat
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wat is geen ideaal in de ogen van Confucius?
A
Rijkdom
B
Hulpvaardigheid
C
respect
D
liefde voor de familie
Slide 11 - Quiz
Leg uit dat het begrijpelijk is dat de Japanse leiders het confucianisme als een belangrijke filosofie omarmden
Slide 12 - Open question
Boeddhisme
Lees van paragraaf 3.2 het stukje Boeddhisme
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Welke begrip hoort niet bij het Boeddhisme?
A
karma
B
nirvana
C
Wedergeboorte
D
God als almachtige regelaar
Slide 16 - Quiz
christendom
Lees paragraaf 3.2 over het christendom
Eerste missionarissen uit Portugal: hadden echt ook als doel het geloof te verspreiden
Latere westers contacten met Nederland : waren vooral uit op handel (VOC). Religie stond daar voor Nederlanders los van
Slide 17 - Slide
Christendom
Slide 18 - Mind map
waarom werd het verboden?
monotheïstisch -> trouw aan één god
dat werkt alleen als de vorst van het land ook christelijk is ->In Japan was dat niet zo.
het toestaan van het christendom had vooral een economische reden -> handel met westen
Later bleek: handel (met Nederlanders) blijft bestaan ook als christendom wordt verboden
Slide 19 - Slide
Tot slot een filmpje met een samenvatting
Maak nadat je alles bekeken hebt de vraag op de allerlaatste dia
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Welke goden worden door de Japanners vereerd? Wat was de oorsprong van deze vereringen?