3. Ik kan de voornaamste uitgangspunten van het liberalisme, socialisme,
nationalisme en feminisme benoemen.
6. Ik kan uitleggen dat het ontstaan van conservatieve en confessionele politieke
partijen een reactie vormde op het ontstaan van de stromingen die voortkwamen
uit de Verlichting, en de voornaamste uitgangspunten van deze partijen
benoemen.