K2B les 69 afkortingen

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Slide

Schrijf de negen afkortingen van de tekst over op een blaadje. Maak een foto.

Slide 6 - Open question

EHBO-examen             EHBO-cursus            EHBO-app
e-learning      vmbo-leerlingen
d.m.v.
o.a.                 ver.                       mevr.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat betekenen de letters in EHBO?
A
eerste hulp bij ongelukken
B
Eerste Hulp Bij Ongevallen
C
eerste handeling bij ongelukken
D
eerste hulp bij onderwijs

Slide 9 - Quiz


Volgens de WHO is de Nederlandse 'Tante Cor' de oudste patiënt die genas van Corona. Hoe oud is ze?
A
101 jaar
B
104 jaar
C
107 jaar
D
110 jaar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke afkortingen schrijf je met hoofdletters?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Wanneer gebruik je geen punten in een afkorting?

Slide 16 - Open question


Welke versoepeling wordt als EERSTE ingevoerd?
A
De bioscopen mogen weer open
B
De terrassen mogen weer open
C
De kappers mogen weer open
D
e middelbare scholen mogen weer open

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

We kunnen op school gebruik maken van een driedimensionale printer.






Kunnen we op school gebruik maken van een (driedimensionaal)-printer
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)



Slide 19 - Open question

De (Socialistische Partij) is opgericht in 1972.

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 20 - Open question

Van plastic flesjes, lege dozen ( en dergelijke) kan je kunst maken.

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 21 - Open question

In dit brood zit ( onder andere) tarwebloem, gist en water?

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 22 - Open question

Je vindt het artikel op (bladzijde) 10.

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 23 - Open question

Zij woont op (nummer) 23

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 24 - Open question

Zij woont op (nummer) 23

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


Slide 25 - Open question


Wat is vermoedelijk de reden dat zendmasten in de brand zijn gestoken
A
Protest tegen de komst van een 5g-netwerk
B
Protest tegen de invloed van techbedrijven
C
Protest tegen berichtgeving in de media
D
Protest tegen de hoge kosten voor telefonie

Slide 26 - Quiz


Philips Sport Vereniging


1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
psv
B
PSV
C
P.S.V.
D
p.s.v.

Slide 27 - Quiz

personal computer


1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)



A
p.c.
B
P.C.
C
PC
D
pc

Slide 28 - Quiz

Radio Télévision Luxembourg-RTL

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
R.T.L.
B
RTL
C
r.t.l.
D
rtl

Slide 29 - Quiz

middelbaar beroeps onderwijs

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
mbo
B
M.B.O.
C
MBO
D
m.b.o.

Slide 30 - Quiz


met andere woorden

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
maw
B
M.A.W.
C
m.a.w.
D
MAW

Slide 31 - Quiz

zo goed als nieuw

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
zgan
B
z.g.a.n.
C
Z.G.A.N.
D
ZGAN

Slide 32 - Quiz

Europese Unie

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
EU
B
E.U.
C
eu
D
e.u.

Slide 33 - Quiz

zelfstandig zonder personeel

1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB)
2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS)
3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)


A
z.z.p.
B
Z.Z.P.
C
zzp
D
ZPP

Slide 34 - Quiz

Hoe schrijf je het woord:....

Slide 35 - Open question

Huiswerk 15 mei in Magister
inleveren van niet gemaakt werk



Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Begrijp jij goed wat de regels zijn voor het schrijven van afkortingen?
Heb je extra hulp nodig?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide