Week 3: Missie, visie en organisatiecultuur

Organisatiekunde

Les 2 Missie, visie en organisatiecultuur
1 / 36
next
Slide 1: Slide
ManagementMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Organisatiekunde

Les 2 Missie, visie en organisatiecultuur

Slide 1 - Slide

 4 portfolio opdrachten les 1
Opdracht A
Waar werk je?
Op welke afdeling werk ik / jij?
Welke afdelingen zijn er nog meer?
Met hoeveel collega's werk ik / jij?
Hoeveel leidinggevenden heb ik / jij? 
opdracht B
Definitie organisatiekunde
Opdracht D
Wat moet er allemaal georganiseerd zijn om deze les te geven?
Opdracht c
Geef 5 onderwerpen binnen organisatiekunde.
Opdrachten week 1 uploaden eind van deze les in Teams! (incl: voorblad, inhoudsopgave en inleiding!

Slide 2 - Slide

Doel van vandaag
Je leert wat een organisatie is
Je leert het verschil tussen een profit en non- profit organisatie
Je leert wat een missie en een visie is
Je leert wat een organisatiecultuur is en hoe je deze kunt herkennen
Je weet met welke opdrachten jij je portfolio aanvult

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

Je sluit deze module af met
A
een meerkeuzetoets
B
een portfolio
C
er is geen afsluiting, alleen aanwezigheid telt
D
presentatie

Slide 5 - Quiz

Portfolio gaat via een standaard lay out? Deze is te vinden in Lessonup?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

De opdrachten voor in het portfolio hoor ik alleen tijdens mijn aanwezigheid in de les
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Wat weet je al?

Slide 8 - Slide

Theorie organisatie

Slide 9 - Slide

Organisatie
een samenwerkingsverband van mensen die samen een doel proberen te bereiken 

Slide 10 - Slide

Organisatie
Onderneming: produceert goederen/diensten om te verkopen en wil daarmee winst maken (profit)

Bedrijf: produceert ook om iets te verkopen maar wil daar niet perse winst mee maken (non-profit)

Slide 11 - Slide

Postcodeloterij
Ambulancedienst
Scholengemeenschap
Verzekeraar
Stichting natuurmonumenten
Profit
non profit
non profit
Profit
non profit

Slide 12 - Drag question

Missie
Waar een bedrijf voor staat en wat zij doen
* Wie zijn wij?
* Wat willen wij?
* In welke behoefte voorzien wij?

Slide 13 - Slide

Schrijf de missie op van:

Slide 14 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
Facebook, Philips, Ikea, ANWB, Praxis, Nike, Google, Lego

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Visie
Geef aan hoe een bedrijf zijn toekomst ziet.

Slide 17 - Slide

Beschrijf de visie van:

Slide 18 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
Philips, Grolsch, Lego, ANWB, Google, Microsoft

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Strategie
organiseren van werk

* wel deelactiviteiten
* op welke datum
* door wie verricht

Slide 21 - Slide

Benoem de:

Slide 22 - Slide

Theorie Organisatiecultuur

Slide 23 - Slide

 Organisatiecultuur
collectief, aangeleerd gedrag van de leden van een organisatie

*hoe geef je leiding?
*hoe gaan collega's met elkaar om?
*hoe wordt er gecommuniceerd?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Resultaatgericht
Samenwerking
Professionaliteit
Zelfstandigheid
Vertrouwen
Flexibiliteit
Organisaties waar je de taakcultuur veel tegen komt zijn bijvoorbeeld marketing-, reclame- en consultancy bureaus. Maar je kunt ook denken aan crisisorganisaties als veiligheidsregio's of het Rode Kruis.

Slide 26 - Slide

Direct toezicht (hiërarchisch)
Flexibiliteit
Loyaliteit
Niet zelfstandige medewerkers
Samenwerking
Weinig regels en procedures
De machtscultuur blijkt in de praktijk een belangrijkste succesfactor voor kleine organisaties. Alles staat of valt met de ideeën van de ondernemer over de markt, de werkprocessen en de manier waarop de ondernemer de medewerkers aanstuurt.

Slide 27 - Slide

Professionaliteit
Zwakke samenwerking
Taakspecialisatie
Eigenwijs(heid)
Onafhankelijkheid
Zelfstandigheid
Denk bij persoonscultuur aan ziekenhuizen, universiteiten of samenwerkingsverbanden tussen architecten. Waar continu sprake is van een machtsstrijd tussen management en de specialisten.

Slide 28 - Slide

Sterke hiërarchie
Veel regels en procedures
Zwakke samenwerking
Taakspecialisatie
Standaardisatie van producten en processen
Medewerkers hoeven niet zelf na te denken
De rolcultuur vind je vooral terug in bureaucratische organisaties. Door standaardisatie van producten en processen worden in de bureaucratische organisaties efficiencyvoordelen behaald en wordt gelijkwaardigheid van omgang met klanten of burgers afgedwongen.

Slide 29 - Slide

Organisatiecultuur
Machtscultuur -> hoge samenwerkingsgraad, lage machtsspreiding/ top down -> baas neemt beslissingen
Taakcultuur -> hoge samenwerkingsgraad, hoge machtsspreiding/ bottum up -> alles moet wijken voor de taak
Persoonscultuur -> lage samenwerkingsgraad, hoge machtsspreiding/ bottum up -> persoonlijke ontwikkeling centraal
Rolcultuur -> lage samenwerkingsgraad, lage machtsspreiding/ top down -> regels en procedures belangrijker dan de mensen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

De organisatiecultuur van deze vishandel is inmiddels onderdeel van een trainingsmethode. Bij welke organisatiecultuur zou jij die indelen? Verklaar je antwoord
A
Machtscultuur
B
Taakcultuur
C
Rollencultuur
D
Personencultuur

Slide 32 - Quiz

En nu jij!
1. Voor welke organisatie werk jij? Leg ook uit wat zij doen. (propositie: behoefte, belofte, benefit)
2. Is dit een profit of non profit organisatie
3. Wat is hun missie?
4. Wat is hun visie?
5. Welke organisatiecultuur herken jij in jullie organisatie? (Motiveren!)

*informatie kun je vinden via bedrijvenwebsite
*niet gevonden? Vraag dan na op je werk
* verwerk bovenstaande vragen in je portfolio

Slide 33 - Slide

Inhoud Portfolio les 3

1. 5 opdrachten te vinden bij En nu jij!
Let op! Lay out portfolio staat in TEAMS

Slide 34 - Slide

Goal!
Je leert wat een organisatie is
Je leert het verschil tussen een profit en non- profit organisatie
Je leert wat een missie en een visie is
Je leert wat een organisatiecultuur is en hoe je deze kunt herkennen
Je weet met welke opdrachten jij je portfolio aanvult

Slide 35 - Slide

De opdracht voor mijn portfolio is duidelijk?
A
Ja
B
Nee, graag extra uitleg
C
Nee, maar ik weet waar ik het kan vinden
D
Ja, ik heb het al af

Slide 36 - Quiz