This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Rond af op 1 decimaal: 15,26
A
15,25
B
15,2
C
15,3
D
15,30
Slide 1 - Quiz
Je koopt 3 broden. 1 brood kost € 1,98. Je betaalt met contant. Wat moet je betalen?
A
5,95
B
5,90
C
5,94
D
6,00
Slide 2 - Quiz
Welk netje sinaasappels is in verhouding goedkoper?
A
Het linkernetje
B
Het rechternetje
Slide 3 - Quiz
Hoeveel uren en minuten zijn 128 minuten
A
2 uur en 80 minuten
B
2 uur en 13 minuten
C
meer dan 3 uur
D
2 uur en 8 minuten
Slide 4 - Quiz
Een maandabonnement kost 15 euro en een jaarabonnement kost 170 euro. Hoeveel euro is het verschil per jaar?
A
10
B
170
C
180
D
15
Slide 5 - Quiz
We gaan met de klas naar Walibi. We willen er om 10.30 uur zijn. Het is volgens de navigatie 1 uur en 28 minuten rijden. Hoe laat moeten we uiterlijk weg?
A
11:58
B
9:02
C
8:58
D
10:02
Slide 6 - Quiz
Hoe reken je kilometer per uur om naar meter per seconde?
A
x 3,6
B
/ 3,6
C
- 3,6
D
+ 3,6
Slide 7 - Quiz
Pieter loopt 10 km in 52 minuten en 15 seconden. Hoeveel m/s loopt Pieter? Rond af op 1 decimaal.
A
3,2 m/s
B
3,19 m/s
C
0,3 m/s
D
0,7 m/s
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je 6 miljard, 121 miljoen, 425 duizend, 814 in cijfers?