Bij werkwoorden moet je kijken hoe dit veranderd, als je
-en doet behandel je daarna 'T KoFSCHiP X, zit de letter voor de "en" in 'T KoFSCHiP X schrijf je de
VT met
de of
den
Bijvoorbeeld:
Wij blozen - ik bloos - ik bloosde
Wij vrezen - ik vrees - ik vreesde
Wij proeven - ik proef - ik proefde