What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling Weerwoord + les 10
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slide
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
In Dubai is een uniek zwembad gebouwd.
Wat betekent 'uniek'?
A
heel erg
B
slecht
C
heel bijzonder
D
schadelijk
Slide 2 - Quiz
Ik zet ........ de container aan de weg.
welk woord hoort op de stippellijn?
A
dagelijks
B
wekelijks
C
maandelijks
D
jaarlijks
Slide 3 - Quiz
Wereldwijd krijgen landen ander weer.
Wat betekent 'wereldwijd'?
A
in 1 land
B
over de hele wereld
C
in Amerika
D
in Europa
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'waarschuwen' ?
Slide 5 - Open question
Rommel wat op straat of in de natuur ligt noem je........
A
het zwerfafval
B
het klimaat
C
vervuilen
D
extreem
Slide 6 - Quiz
Er ontstaan problemen door extreme hitte en droogte.
Wat betekent 'extreem'?
A
schadelijk
B
bijzonder
C
erg
D
heel erg
Slide 7 - Quiz
Landen bouwen dijken om zich te beschermen tegen het water.
Wat betekent 'beschermen'?
A
omhoog gaan
B
ervoor zorgen dat iets veilig is
C
naar beneden gaan
D
er veel over willen weten
Slide 8 - Quiz
wat is een 'deskundige'?
Slide 9 - Mind map
Het gebouw heeft zonnepanelen die stroom opwekken.
Wat betekent 'opwekken'?
A
ervoor zorgen dat er energie komt
B
informatie verzamelen
C
naar beneden gaan
D
omhoog gaan
Slide 10 - Quiz
Duurzaam = met zo veel mogelijk schade voor het milieu
Klopt deze uitleg?
Slide 11 - Open question
het klimaat = het weer dat bij een land of streek hoort
Is deze uitleg goed?
A
nee
B
ja
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'voorkomen' ?
A
beslissen
B
overdenken
C
aflopen
D
zorgen dat iets niet gebeurt
Slide 13 - Quiz
Wie werken voor de regering?
Slide 14 - Mind map
Plastic is ............. voor de natuur.
Welk woord hoort op de stippellijn?
A
uniek
B
verzamelen
C
schadelijk
D
extreem
Slide 15 - Quiz
Wat is de uitleg van het woord: 'verplicht'?
Slide 16 - Open question
Wat is een 'voordeel' ?
A
iets wat gunstig is voor jou
B
iets wat heel erg is
C
iets wat verplicht is
D
de vervelende kant van iets
Slide 17 - Quiz
Welk woord hoort bij deze afbeelding?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
Is dit waar?
De eigenaar van een jacht is de persoon van wie het jacht is.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Een 'miljardair' is iemand die heel veel geld heeft, een miljoen of meer.
klopt deze uitleg?
A
ja
B
weet ik niet
C
misschien wel
D
nee
Slide 21 - Quiz
Afkeuren betekent:
'iets onderzoeken en dan zeggen dat het niet goed is'
A
klopt niet
B
klopt
Slide 22 - Quiz
'waarschijnlijk' betekent:
A
volgens de regels
B
wat niet zo snel zal zijn
C
bijna zeker
D
zonder gevaar
Slide 23 - Quiz
'onveilig' betekent:
A
zonder gevaar
B
gevaarlijk
C
verplicht
D
het goed vinden
Slide 24 - Quiz
Olie zorgt voor 'vervuiling' van de aarde.
Wat betekent het woord 'vervuiling'?
Slide 25 - Open question
Wat betekent essentieel?
A
het is nodig
B
het is onnodig
C
het is heel belangrijk
D
het is niet belangrijk
Slide 26 - Quiz
Welk deel van het geheel zie je op de afbeelding?
A
een kwart
B
driekwart
C
een half
D
een heel
Slide 27 - Quiz
Veel mensen zijn het oneens met het plan. Ze willen dat er wordt 'onderhandeld' over dit plan.
Wat betekent 'onderhandelen'?
Slide 28 - Open question
Van olie produceren we bijvoorbeeld brandstof voor auto’s.
Wat betekent 'produceren'?
A
vernieuwen
B
terecht komen
C
de lucht inblazen
D
maken
Slide 29 - Quiz
een akkoord = een afspraak
Is deze uitleg goed?
A
ja
B
nee
Slide 30 - Quiz
Wat is 'evacueren'?
Slide 31 - Open question
wat betekent 'toeristisch'?
A
populair
B
iets wat veel mensen leuk vinden
C
waar veel mensen naar toe gaan voor vakantie
D
veel mensen weten het
Slide 32 - Quiz
geef voorbeelden van natuurvervuiling
Slide 33 - Mind map
Welk woord hoort bij de uitleg:
'iets wat over blijft van een gebouw'
A
een protest
B
een ruïne
C
een brand
D
een aardbeving
Slide 34 - Quiz
geef een uitleg van 'bekend zijn'
Slide 35 - Open question
Wat betekent 'de massa'?
A
de kleine hoeveelheid
B
de grote hoeveelheid
C
de afspraak
D
het akkoord
Slide 36 - Quiz
Noem 3 voorbeelden van 'bazen van een land'.
Slide 37 - Open question
Wat betekent 'protesteren'?
A
laten merken dat je ergens tegen bent
B
iets niet weten
C
veel mensen weten het
D
laten weten dat je het er mee eens bent
Slide 38 - Quiz
Wat betekent 'nationaal'?
A
van meerdere landen
B
van 2 landen
C
van 1 land
D
van de hele wereld
Slide 39 - Quiz
Noem een voorbeeld van een 'historisch' moment.
Slide 40 - Open question
Hoe goed ken je de woorden van les 1 t/m 6?
onvoldoende - bijna voldoende - voldoende - goed
Slide 41 - Open question
More lessons like this
Les 3 Nieuwsbegrip + herhaling woorden van les 1 en 2
September 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Via Vooraf thema 1 hoofdstuk 1: moeilijke woorden
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Kinderrechten 2024
February 2023
- Lesson with
20 slides
W.O.
Lager onderwijs
Nederlands Starttaal thema 3 hoofdstuk 1
September 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Spoorzoekers
February 2019
- Lesson with
40 slides
by
Vrije tijd
Biologie
Basisschool
Groep 3,4
Vrije tijd
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
Global Goals: Energietransitie
June 2023
- Lesson with
16 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 2,3
wero: herhaling thema "reis met de tijdcapsule"
February 2022
- Lesson with
23 slides
Geschiedenis
Lager onderwijs