What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M1 - 5.5 Woordenlijst
M1 - 5.5 Woordenlijst
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
M1 - 5.5 Woordenlijst
Slide 1 - Slide
Wat betekent "gereed"?
A
Dat is het voltooid deelwoord van je achterwerk
B
Al
C
Klaar
D
Je reed ergens naar toe
Slide 2 - Quiz
Wat betekent "geregeld"?
A
Je hebt iets gedaan, het is af
B
Het gaat volgens de regels
C
Je bent er klaar mee
D
Telkens weer, regelmatig
Slide 3 - Quiz
Wat betekent "landelijk"?
A
In de hele stad
B
In de hele regio
C
In het hele land
D
Nationaal
Slide 4 - Quiz
Wat betekent "voorwerp"?
A
Lijdend
B
Meewerkend
C
Speer
D
Ding
Slide 5 - Quiz
Wat betekent "voor dag en dauw"?
A
Voordat het dag wordt en voordat je een dauw krijgt
B
De periode van de dag dat het gras nog nat is
C
Heel vroeg in de ochtend, voor zonsopgang
D
Voordat het dag wordt en het gaat regenen
Slide 6 - Quiz
Wat betekent "beperkt blijven tot"?
A
Je gaat verder dan nodig is
B
Niet verder gaan dan
C
Het is niet genoeg
D
Je tuin aanharken
Slide 7 - Quiz
Wat betekent "onaangenaam"?
A
Niet plezierig, vervelend
B
Niet leuk om kennis mee te maken
C
Niet aangenaam
D
Lelijke naam
Slide 8 - Quiz
Wat betekent "het plan opperen"?
A
Het plan of idee voorstellen
B
Je bezig houden met het plan
C
Het plan verbeteren
D
Het plan veranderen
Slide 9 - Quiz
Wat betekent "beklemmen"?
A
Beangstigen
B
Klem zitten
C
Een klem zetten (bijvoorbeeld om een dier te vangen)
D
Een deur verkeerd monteren
Slide 10 - Quiz
Wat betekent "het scenario"?
A
Iets in scène zetten
B
Manier waarop dingen in de toekomst zouden kunnen gaan
C
Volgorde van een boek of tekst
D
Tekst waarin staat hoe een film opgenomen moet worden
Slide 11 - Quiz
Wat betekent "afkeer"?
A
Gevoel dat je iets heel vervelend vindt of iets helemaal niet wilt
B
Dat je bij een spel een keer af bent
C
Eerst aftrekken, dan vermenigvuldigen
D
Walging, weerzin
Slide 12 - Quiz
Wat betekent "werk maken van iets"?
A
Betaald krijgen voor iets dat je eerst gratis deed
B
Veel gezeur om niets
C
Iets doen dat niemand eerder deed
D
Moeite en tijd aan iets besteden
Slide 13 - Quiz
Wat betekent "doubleren"?
A
Dubbelen
B
Zittenblijven
C
Iets opnieuw leren
D
Opzouten
Slide 14 - Quiz
Wat betekent "gunstig"?
A
Goedgezind
B
Voordelig
C
Aangenaam
D
Vertrouwen wekkend
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
lj 1 5.5, woorden
May 2020
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling Talent Woorden H4.5 en H5.5
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
21-11 Assisterende beroepen
November 2024
- Lesson with
40 slides
Bedrijfseconomie
HBO
Studiejaar 2
Over taal blok 2
October 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
H3 Woordenschat - Woordenlijst H3
July 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
woordenschat
June 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Flexlab 23-1-2024
January 2024
- Lesson with
26 slides
Bedrijfseconomie
HBO
Studiejaar 4
woordenschat
September 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3