9 jan.: WW-spelling 7.9 en Grammatica ZD 5.1

9 januari - WW-spelling 7.9 en Grammatica ZD 5.1
Havo 2 periode 2 
week 17 2e les (9 januari)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

9 januari - WW-spelling 7.9 en Grammatica ZD 5.1
Havo 2 periode 2 
week 17 2e les (9 januari)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning
Lezen >> 10 min. 
Startopdracht
Herhalen 7.9 ww-spelling 
~pauze~
Herhalen 5.1 Grammatica zinsdelen 
Afsluiting


timer
10:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Pak je agenda en noteer alvast het volgende:  

21 januari: SO WW-spelling 7.9 en 7.10
6 februari: SO Grammatica Zinsdelen 5.1, 5.3 en 5.5
13 februari: inleveren PO-schrijfopdracht Fictie
18 februari: SO Spelling 7.3 en 7.4
timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doel 7.9 WW-spelling



  •  Je leert hoe je de werkwoorden, de infinitief, ott, ovt, vtt, vvt, goed moet opschrijven. 
Dit heet: het correct vervoegen van werkwoorden
SO: 
21 januari
!!!
SO: 
21 januari
!!!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

7.9 WW-spelling leerjaar 1 (herh.)



  • de infinitief (inf.)=hele werkwoord
  • pv tt = ott: onvoltooid t.t.
  • pv vt = vtt: onvoltooid v.t.
  • vd (voltooid deelwoord): 
       > vtt: voltooid t.t.: heeft geleerd. 
       > vvt: voltooid v.t.: had geleerd. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schema werkwoordspelling



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen
Schrijf in je schrift de antwoorden van de volgende opdracht >>>

Volg steeds het stappenplan: 
1. Wie doet het? Is het e.v. of m.v.? 
2. Welke tijd is het ? t.t. of v.t. ? 
3 Volg het schema. 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Werken
dromen 
schaven
Noteer van elke zin de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (ott). Gebruik het stappenplan en schema.
  1. In de grote achtertuin (gonzen) de grote hommel langs de bloeiende lavendel.
  2. De bezorger van de supermarkt  (laden) altijd zelf zijn bestellingen in.
  3.  (braden) jij tijdens het barbecueën je eigen hapje?
  4. Mijn beste vriend (beloven) altijd veel te veel.

STAPPENPLAN en SCHEMA: 
1. Wie doet het ? Is dit enkelvoud of meervoud?  - Wie gonzen? De grote hommel = e.v. 
2. Is het tegenwoordige tijd of verleden tijd? - Het is t.t. 
3. Volg het ww-schema. -                                                                                           stam + t : gonst




Slide 10 - Slide

Knutselen 
spelen
grazen

ook: v.t. sterk ww
lopen
denken

Noteer van elke zin de persoonsvorm in de verleden tijd (ovt). Gebruik het stappenplan en schema.
  1. Tijdens het etentje (kiezen) ik voor een vegetarisch hoofdgerecht en mijn vriend (bestellen) spareribs en daar  (proeven) ik stiekem ook wat van.
  2. Toen we naar de stad  (willen) fietsen,  (gieten) het van de regen.
  3. Maartje  (bieden) tijdens een veiling op een antieke kast, maar ze  (vissen) achter het net.

STAPPENPLAN en SCHEMA: 
1. Wie doet het ? Is dit enkelvoud of meervoud?  - Wie kiezen? ik  = e.v. 
2. Is het tegenwoordige tijd of verleden tijd? - Het is v.t. 
3. Volg het ww-schema. -                                                                                           
                                                                                                                                            sterk ww = gewone spelling
                                                                                                                                                                         koos ik




Slide 11 - Slide

Knutselen 
spelen
grazen

ook: v.t. sterk ww
lopen
denken

Aan het werk
Maak online de opdrachten van cursus 7 spelling 
paragraaf 9 Herhaling leerjaar 1 opdracht  2 en 4 af.
timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Doel 5.1 Zinsdelen leerjaar 1





  • Je herhaalt de grammatica van leerjaar 1; 
  • Je weet wat dit zijn: 
- Zinsdelen: 

- PV - OW - WG - LV - MV - BB

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

5.1 Grammatica ZD leerjaar 1 (herh.)



  • Zinsdelen: groepje woorden die bij elkaar horen. Kan je voor de pv zetten.
  • pv: verandert als je de zin in een andere tijd zet (tijdproef) vraag-/aantalproef
  • ow = wie/wat + pv? 
  • wg : alle ww in de zin (die een ACTIE aangeven)
  • lv: wie/wat + wg + ow? 
  • mv: aan/voor wie + pv + ow + lv? 
  • bb: antwoord op de vragen waar(aan/-heen)? waarom? hoe? etc.
       

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen
De maand juli is genoemd naar Julius Caesar.

1. Verdeel in zinsdelen. 
2. Benoem elk zinsdeel: pv - ow - wg - lv - mv - bb
timer
5:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen
Vannacht had ik een zoemende mug in mijn slaapkamer.

1. Verdeel in zinsdelen. 
2. Benoem elk zinsdeel: pv - ow - wg - lv - mv - bb
timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
3. In Duitsland worden in de decembermaand veel kerstmarkten georganiseerd.

Maak online de opdrachten van cursus 5 grammatica paragraaf 1 Herhaling leerjaar 1 opdracht 9 af.
timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Ik kan de pv op de juiste manier spellen en het ww-schema gebruiken. 
  2. Ik weet de grammatica zinsdelen uit leerjaar 1 te benoemen. 
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Volgende les 14 januari: 
7.10 Engelse ww vervoegen
5.3 Grammatica ZD NG

 Huiswerk .: 
Online opdrachten afmaken: 
7.9 opdrachten 2 en 4 
5.1 opdracht 9 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions