- We schrijven allemaal drie minuten achter elkaar door.
- We beginnen tegelijk en we stoppen tegelijk.
- Je begint met de dichtregel die je hebt uitgekozen.
- Alles wat je schrijft is goed, als je maar doorschrijft.
- Als je niets weet, herhaal je je dichtregel, net zo lang tot je weer iets weet.
- Tijdens het schrijven is het stil; iedereen houdt zijn mond.
- Dit is voor jezelf, dit hoef je straks niet voor te lezen.
- Fouten maken mag.