Poëzie havo 2 les 2

PLATTEGROND
                                                                 
                
Dinand                  Jurre Tobias                  Forest Diablo
Lilian Nora           Elisa Marit K.                                  Niels
Senna                                  Julien                          Jonathan
                                                Timo           Palmer Alexander
Robbie Tim           Marit V. Britt                             Thijmen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

PLATTEGROND
                                                                 
                
Dinand                  Jurre Tobias                  Forest Diablo
Lilian Nora           Elisa Marit K.                                  Niels
Senna                                  Julien                          Jonathan
                                                Timo           Palmer Alexander
Robbie Tim           Marit V. Britt                             Thijmen

Slide 1 - Slide

DEZE WEEK
Vandaag: POËZIE les 2
Donderdag 1e lesuur: 
- Marit V., Tim, Jonathan en Robbie: afmaken
boekopdracht
- POËZIE 


Donderdag 2e lesuur: DE GROTE KERSTVAKANTIEQUIZ!!!





Slide 2 - Slide

VANDAAG
- Vul de docentenquête in (mail / bio-monitor / J. Sibbing)
Klik op wachtwoord vergeten: je ontvangt een nieuw wachtwoord

- Mail mij de samenvatting van je leesboek (of de aantekeningen van je presentatie van afgelopen donderdag): j.sibbing@vanmaerlantlyceum.nl

Vandaag: POËZIE les 2
Huiswerk voor vandaag B opdracht 3, E opdracht 2 en 3


Donderdag 2e lesuur: DE GROTE KERSTVAKANTIEQUIZ!!!





Slide 3 - Slide

POËZIE

Slide 4 - Slide

POËZIE
POËZIE is een verzamelnaam voor allerlei soorten gedichten.

Na de poëzielessen kun je:
- gedichten herkennen en kenmerken van gedichten benoemen - verschillende soorten rijm herkennen en benoemen
- dichterlijk taalgebruik herkennen en benoemen
- zelf een kort gedicht schrijven





Slide 5 - Slide

POËZIE EN FICTIE B GELUK 
Opdracht 3

APRIL
In dit vrolijk voorjaar
tintelt de lucht
door ramen en haren

Danst lenig je hart
als een jonge hond
door luchtige straten
Gaat iets beginnen
vlak voor je voeten

Onweerstaanbaar
geen houden aan

Wat gebeurt er met jouw hart als je je gelukkig voelt?
Mijn hart ...... als ........


Slide 6 - Slide

POËZIE EN FICTIE E
Opdracht 3

Verdriet is drie sokken

Verdriet is drie sokken
een te weinig, 
een te veel
en altijd ergens één
helemaal alleen.
Waarmee wordt 'verdriet' vergeleken?

Wat is er zo treurig aan drie sokken?

Waarmee zou je verdriet nog meer kunnen vergelijken?

Slide 7 - Slide

KENMERKEN GEDICHTEN
- De woorden hebben een bepaald ritme 
- Klanken, woorden of woordgroepen worden herhaald​   
- Er kan rijm in zitten
- Een gedicht is opgebouwd uit strofen
- Woorden worden zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt​  
- Woorden worden soms weggelaten​  
- Regels worden afgebroken terwijl je wel moet doorlezen

Slide 8 - Slide

RIJM
Eindrijm: woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.
Soms rijmen woorden niet
Zoals sok en parkiet

Beginrijm / alliteratie: er is een 
overeenkomst in de klank van 
medeklinkers aan het begin van woorden. ​ 
Assonantie / klinkerrijm: De wijze, kleine, geinige meid​. 


​ 


   

Slide 9 - Slide

BEELDSPRAAK
Beeldspraak in gedichten is figuurlijk taalgebruik waarbij dingen met elkaar vergeleken worden.

Dit gebruik je om iets duidelijk te maken of
om iets krachtiger / duidelijker te formuleren

Vergelijking                                Metafoor                              Personificatie




​ 


   
 

Slide 10 - Slide

BEELDSPRAAK
Vergelijking   
Karin heeft een geheugen als een zeef.

Metafoor   
Ruim die zwijnenstal eens op.

Personificatie
De auto kwam stotterend op gang.




​ 


   
 

Slide 11 - Slide

100 JAAR HERINNERINGEN
Waar denk jij allemaal aan bij de woorden ‘100 jaar / een eeuw / herinneringen /  vergeten’? 
1) Maak op een A4’tje een woordspin met de woorden waar jij aan denkt. 





​ 


   
 

Slide 12 - Slide

2 DICHTREGELS SCHRIJVEN
2) Kies een woord uit je woordspin over het thema ‘100 jaar herinneringen ’ en schrijf daarover twee dichtregels. 
- Let op soorten rijm 
- Let op beeldspraak 





​ 


   
 

Slide 13 - Slide

TERUG NAAR DE WOORDSPIN
3) Schrijf bij elk woord van je woordspin eens een woord op dat het tegenovergestelde betekent, b.v. ‘kleuren – grauw’, ‘dromen – wakker zijn’. 

4) Schrijf nu nog één of twee dichtregels met tegengestelde woorden uit je woordspin over het thema ‘100 jaar herinneringen’.   
- Let op soorten rijm 
- Let op beeldspraak 






​ 


   
 

Slide 14 - Slide

HOE SCHRIJF JE EEN GEDICHT
Dichters gebruiken vaak vreemde combinaties van woorden, waarmee ze van een ding een beetje een persoon maken (‘personificatie’ heet dat). Bijvoorbeeld: ‘De muren van een huis dromen’. Als je dat leest is het bizar, want muren dromen normaal niet. Maar als je het zelf gaat doen, leer je het gebruiken.  







​ 


   
 

Slide 15 - Slide

GEDICHT SCHRIJVEN
Neem een woord van je woordspin, bijvoorbeeld ‘licht’. Zet daar een werkwoord achter dat gewoonlijk niet bij licht past, dus niet ‘schijnt’ of ‘brandt’. Schrijf bijvoorbeeld ‘Het licht strompelt’ of ‘Het licht fluistert’. Van daaruit gaan de gedachten vaak al stromen over wat je ermee kunt zeggen. ‘Het licht fluistert stilletjes in mijn kamer.’ Als je dat hardop voorleest, merk je dat je er meteen een bepaald gevoel van krijgt.  

Zoek eventueel afbeeldingen die erbij passen. 








​ 


   
 

Slide 16 - Slide

GEDICHT SCHRIJVEN
Schrijf nu je gedicht over het thema ‘100 jaar / een eeuw / herinneringen / vergeten'  
Tips en spelregels:  
- Het gedicht heeft minimaal acht regels  
- Inspiratie nodig? Gebruik de woorden in je woordspin en eventueel afbeeldingen.  
- Zorg voor verschillende soorten rijm en gebruik ook minimaal één keer beeldspraak. 
- Maak de regels van het gedicht niet te lang.  
- Gebruik witregels in het gedicht om strofen van elkaar te scheiden.   
- Probeer een bijzondere afsluitende regel te bedenken.  

Heb je je gedicht al ingeleverd? Check of het aan deze regels voldoet. Als het niet voldoet: pas je gedicht aan! Klaar? Lever je gedicht in: j.sibbing@vanmaerlantlyceum.nl









​ 


   
 

Slide 17 - Slide

GEDICHT
INLEVEREN
- Lever je gedicht uiterlijk donderdag 9 januari tijdens de les in. 
- Schrijf je voor-, achternaam en klas erbij. 
- Het gedicht wordt op de computer gemaakt! 
 
SUCCES!









​ 


   
 

Slide 18 - Slide

Voldoende 

De vrede is getekend 
De lange ruzie bijgelegd 
Mijn vriendje en ik, 
We hebben alle twee 
Geen woord gezegd 
Maar één blik was 
Toevallig 
Net voldoende





Is er in dit gedicht sprake van eindrijm?

Slide 19 - Slide