Winf 2 HV maandag 18 september 2023

Nederlands 18 september 2023
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 18 september 2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
1. Je leert nieuwe tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
2. We kijken het huiswerk na.
3. Je gaat zelf oefenen met tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden in een schrijftekst.
4. We oefenen met nieuw geleerde tekstverbanden en signaalwoorden uit paragraaf drie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vijf tekstverbanden
- Chrononologisch: geeft de gebeurtenissen in de  juiste tijdsvolgorde aan. .
(daarna, dan, eerst, inmiddels, vervolgens, toen, terwijl, uiteindelijk, ....)
- Concluderend: de auteur trekt een conclusie uit eerdere informatie in de tekst.  (al met al, daarom, dat houdt in, dus, ....).
- Opsommend verband: bepaalde zaken worden achter elkaar beschreven.
(bovendien, daarnaast, en, niet alleen (maar ook,  ten slotte, verder, vervolgens.)
- Tegenstellend verband: laat tegenovergestelde zaken zien. 
(echter, hoewel, ofschoon, ondanks dat, aan de andere kant, daarentegen, enz.)
- Toelichtend verband: er wordt extra informatie bij iets gegeven, vaak in de vorm van een voorbeeld. 
(als, bijvoorbeeld, denk (maar) aan, neem nou, zo, zoals enz.)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk zelfgemaakte zinnen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden 2
Kijk op bladzijde 18 van het boek.
- Een doel-middelverband: welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
- Een oorzakelijk verband: laat zien waardoor iets gebeurt.
- Een redengevend verband: waarom iemand iets doet of iets vindt.
- Een samenvattend verband: een verkorte weergave van eerdere informatie in de tekst.
- Een vergelijkend verband: laat een overeenkomst of een verschil zien. 

Slide 5 - Slide

Ik gebruik een fietspomp om mijn band op te pompen.
Doordat ik mijn fiets een tijd niet had gebruikt liepen mijn banden leeg.
Omdat ik mijn fiets fout had geparkeerd is hij helaas weggehaald.
Voor door rood licht fietsen, zonder licht fietsen en bellen tijdens het fietsen, kortom voor verkeersovertredingen, kun je een boete krijgen.
Voor door rood fietsen evenals voor niet rechts houden krijg je een boete van 110 euro.
 
Oefenen met tekstverbanden 2
Maak opdracht 1 en opdracht 2 van paragraaf 3 op blz. 18 en 19 in je boek.
Je mag samenwerken.
Opdracht 2 kijken we samen na als iedereen die af heeft.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Luisteroefeningen
Opdracht 6 en 7 van paragraaf 3

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor morgen
Maak de opdrachten die je tijdens de les niet af had.
Lees de theorie op bladzijde 18.
Maak oefening 11 op bladzijde 25.
(Als je het liever over een ander onderwerp dan over gamen wil doen, dan mag dat ook).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een fijne dag verder!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken met mij
Wie ben ik?
Charlotte Laurant
Wat vind ik leuk om te doen?
Van wat voor boeken houd ik?
Strips (humor), literatuur, jeugdboeken, detectives (spanning).
Wat vind ik als lerares belangrijk:
luisteren, regels, respect en lol.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken met jullie
Rondje mondeling:
Noem je naam.
Wat vind je leuk om te doen buiten school?
Wat vind je leuk op school? Wat vind je het leukste vak?
Rondje klassikaal:
Hoe gingen de lessen Nederlands vorig jaar?
Wat hebben jullie geleerd en gedaan?


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken met jullie 2
Rondje schriftelijk
Schrijf jouw antwoorden op de volgende vragen op papier:
- Wat vind je makkelijk en wat vind je moeilijk aan Nederlands?
- Wat vind je leuke boeken (of films of games)? Bijvoorbeeld humor, detectives, romantisch, science fiction, sprookjes, realistische verhalen ...
- Wat verwacht je van mij als lerares Nederlands? (Of wat doet een goede leraar?)
- Wat is belangrijk voor mij om te weten over jou tijdens de Nederlandse les?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Herhaling tekstdoelen
- Wat is een tekstdoel?
- Hoeveel tekstdoelen heb je vorig jaar geleerd?
- Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen
Tekstdoel = wat wil de schrijven van de tekst bereiken?
- Amuseren: de schrijver wil dat je vermaakt wordt.
- Informeren: dat je geïnformeerd wordt.
- Instrueren: dat je weet hoe je iets moet doen.
- Overtuigen: dat je de mening van de schrijver overneemt.
- Activeren: dat je iets gaat doen.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Drie manieren van lezen geleerd

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Precies lezen (wat is een ander woord voor precies?)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen
Log in in de digitale omgeving van Nieuw Nederlands en maak de oefeningen herhaling uit de cursus Meer dan lezen, paragraaf 1.Maak de opdrachten 1 tot en met 12 zelfstandig.

https://apps.noordhoff.nl/se/deeplink?bookId=049e3d06-17b9-463c-bb31-a25a359ff3c9&themeId=a7e06b5d-40af-4e21-a5ae-c30bf101bfe2&contentUnitId=a5678ca2-2d36-4be4-8067-51b9e0c9eb66&contentType=content&source=generic


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Boek kiezen op jongejury.nl

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Boek kiezen: de elf leestips
Kies uit de elf leestips een boek
waar je de komende tijd uit gaat lezen
tijdens het leesuur en wanneer het kan.
Let op de pepers.
Kies een boek dat bij je past.
Neem het boek iedere dag mee naar school,
of bewaar het in je kluisje.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tekens/ symbolen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Pepers: hoe makkelijk/moeilijk is het boek?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Boek gekozen?
Als je een boek gekozen hebt, zoek dan uit via oba.nl in welke bibliotheek het boek te lenen is.
Je kan het boek ook kopen.
Zorg ervoor dat je het boek iedere dag bij je hebt op school.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tekstverband en signaalwoorden


Wat denk je dat tekstverband en signaalwoord met elkaar te maken hebben?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions