H2 lezen blok 4 opdracht 3

Leesvaardigheid
Blok 4, opdracht 3
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Blok 4, opdracht 3

Slide 1 - Slide

Voorbereiding
Je hebt gemaakt:
  • Lezen, blok 4, opdracht 3.
Je hebt geleerd:
  • Vier verbindingsmanieren om alinea's te verbinden.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Herhaling theorie lezen  (vorig jaar + blok 1 t/m 3).
  • Kunnen herkennen verbindingsmanieren in teksten.

Slide 3 - Slide

Hoe noem je zo'n woord als 'ze' in deze zinnen?

Slide 4 - Slide

'Ze' is in deze zinnen een:

Slide 5 - Open question

Wat kun je in de plaats van 'ze' invullen?

Slide 6 - Slide

Wat kun je in de plaats van 'ze' invullen?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke manieren van inleiden ken je?

Slide 9 - Mind map

Welke manier(en) van inleiden is gebruikt in Tekst 5?
A
Onderwerp aankondigen
B
Aanleiding voor het schrijven noemen
C
Kort grappig of bijzonder verhaaltje
D
Eén of meerdere vragen stellen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Welke verbindingsmanieren voor alinea's ken je?

Slide 12 - Mind map

Verbindingsmanieren 
Alinea's zijn vaak aan elkaar verbonden. Zo krijg je samenhang en niet allemaal op zichzelf staande stukjes tekst.
HOE?
  • d.m.v. een signaalwoord;
  • d.m.v. een herhaling van woorden of woordgroepen;
  • d.m.v. een overgangszin met verwijzing (verwijswoord);
  • d.m.v. een aankondigende zin.

Slide 13 - Slide

Welke verbindingsmanier(en) heb je hier herkend?

Slide 14 - Slide

Welke verbindingsmanier heb je herkend?
A
Signaalwoord
B
Herhaling
C
Overgangszin met een verwijzing
D
Aankondigende zin

Slide 15 - Quiz

Welke verbindingsmanier(en) heb je hier herkend?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Alinea 2: welke signaalwoorden herken je?

Slide 18 - Slide

Alinea 2: welke signaalwoorden heb je herkend?

Slide 19 - Open question

Alinea 2: welke signaalwoorden herken je?

Slide 20 - Slide

Welk verband geven de signaalwoorden 'als eerste' en 'vervolgens' aan?
A
Uitspraak-opsomming
B
Uitspraak-tegenstelling
C
Uitspraak-voorbeeld

Slide 21 - Quiz

Bladzijde 143

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Welke verbindingsmanier heb je herkend?
A
Signaalwoord
B
Herhaling
C
Overgangszin met een verwijzing
D
Aankondigende zin

Slide 24 - Quiz

Het verwijswoord 'dat' verwijst naar iets wat in de alinea ervoor gezegd is.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Welke verbindingsmanier heb je herkend?
A
Signaalwoord
B
Herhaling
C
Overgangszin met een verwijzing
D
Aankondigende zin

Slide 27 - Quiz

De alinea's zijn verbonden met een signaalwoord. Dit blijkt uit het woord 'maar'.

Slide 28 - Slide

Huiswerk
Maken: Lezen, Blok 4, opdracht 4 (bladzijde 190)
Noteer in je planner!

Slide 29 - Slide